Maria, de erwtenman en de wildeman in Den Bosch

In en om de Sint Jan van Den Bosch zijn zowel Maria als de erwtenman en de wildeman te vinden. Aan alle drie de figuren is een legende verbonden. In de kathedraal ontdek ik de overblijfselen van een astronomisch uurwerk,  een glas in loodraam met de afbeelding van een vliegtuig dat de twin-towers in vliegt en aan de buitenkant een engel met een mobieltje. Een mix van kerkelijke en sociale beelden met een eigen betekenis... 

De Kathedraal

De bouw van de kathedraal duurde van de 14de tot de 16de eeuw. Het grondpatroon is gelijk aan dat van Amiens. Op dezelfde plek stond een oudere Romaanse kerk die in 1340 voltooid werd. Nog geen dertig jaar later begon de bouw van een nieuwe kerk in gotische stijl over de oude kerk heen.
In de toren zijn onderin nog resten van de Romaanse kathedraal bewaard gebleven. Het zijn de bovenste delen van bogen. Het grondniveau van de Gotische kathedraal is zo'n 1,80 meter opgehoogd vanwege de drassige ondergrond. Volgens de legende is de kerk gebouwd op ossenhuiden.
De verplaatsing van de toren naar de overkant van de straat is door geldgebrek niet van de grond gekomen. Dat is nog te zien bij de aansluiting van de gewelven in de Mariakapel en de doopkapel. De meest westelijke vensters zijn smaller dan de overige ramen.

De Zoete Lieve Vrouw van den Bosch

De Mariakapel staat aan de linkerkant naast de hoofdingang. Het Mariabeeld stamt uit de dertiende eeuw. Ze verlaat deze stille ruimte alleen tijdens de meimaand. Je kan haar dan vinden in de eerste noorder-zijbeuk.
Het Mariabeeld zou afkomstig zijn uit een oudere kerk, die waarschijnlijk in de 12de eeuw is gebouwd. Volgens de legende werd het in 1380 ontdekt in een bouwloods van de kathedraal.
Daar lag het oud en gehavend tussen een bundel planken. Het  kindje op de linkerarm ontbrak. Een jonge gezel die op zoek was naar brandhout stond op het punt het in tweeën te hakken. Dat werd op het nippertje voorkomen door de bouwmeester, die het als Mariabeeld herkende.
Na de vondst werd het hersteld en in de kapel geplaatst. Maar niet voordat ze op verschillende plekken in de kerk door broeder Wouter was neergezet. Steeds werd het weggehaald omdat men het te lelijk vond. Uiteindelijk wilde hij het mee naar huis nemen, maar het werd loodzwaar. Noodgedwongen moest hij het daarom in de kerk achterlaten. Het werd in de Mariakapel bij het koor achter het hoogaltaar geplaatst. Soms mocht het er naast staan.
Na een mislukte schilderbeurt was het Mariabeeld niet meer om aan te zien. Nu kon het nergens meer staan, zelfs niet in het huis van broeder Wouter. Hij maakte een manteltje voor haar van een oud stuk lijnwaad. Het kindje werd door hem gevonden in de buurt van de Orthenstraat, waar kleine kinderen ermee aan het spelen waren. Zo kwam het opnieuw terecht in de armen van het Mariabeeld. Of dit het originele beeldje was is de vraag. Sommigen zijn er zeker van, anderen beweren van niet.
Nou wil het geval, dat de inwoners van den Bosch in Orthen naar de kerk gingen, voordat de Romaanse kerk in 1220 gebouwd werd. Deze kerk stond in eerste instantie buiten de stadsmuren. Dat zou gekomen zijn omdat de kerkelijke afvaardiging ontbrak bij het vaststellen van de stadsmuur.
Kort na de vondst werden een aantal wonderbaarlijke genezingen aan de tussenkomst van Maria toegeschreven. Meer dan 450 van die wonderen zijn opgetekend in een  Mirakelboek, te vinden in de kapel. Aan de wanden hangen lijsten gevuld met kleine zilveren ex-voto's, geschonken door mensen die genezing vonden na gebed.


De Zoete Lieve Vrouwe van Den Bosch

De legende van de erwtenman

De erwtenman is afgebeeld op de noordzijde van de kathedraal. De steenhouwer schopt een pot erwten om. Niet tevreden met de 'armen-maaltijd' die zijn vrouw hem elke dag voorzet roept hij haar toe: 'Is dat nu kost voor enen man die een braspenning daags verdienen kan'. Zou ze niets anders kunnen of is ze te lui?  De meesten houden het op het laatste.
Je betaalde vroeger een braspenning als accijns voor het brassen of brouwen van een vat bier. Het muntje had een waarde van 11/4 stuiver.  
Tegen betaling werd dit verhaal door kinderen uit de stad aan vreemdelingen verteld. Over verbrassen gesproken 😉. 


De erwtenman die de pot omschopt

De wildeman van Den Bosch

De wildeman staat in het stadswapen van Den Bosch. Om precies te zijn staan er twee. Met een grote knots in hun hand bewaken ze de stad. Er zijn verschillende verklaringen voor. Er wordt verteld dat ze de stad beschermen. Dat was wel nodig in de Middeleeuwen. Of ze beschermden de kathedraal. Andere versies geven als uitleg dat de wildeman in het bos leefde, voordat de stad ontstond. Ze zouden de oorspronkelijke bewoners van de hertog z'n bos zijn. Omdat de kerk in de Middeleeuwen zowel een kerkelijke  als een sociale functie had, vinden we van beide functies afbeeldingen terug in beelden en ramen. Ook in een aantal andere steden zie je dit thema terug.


Het wapen van 's Hertogenbosch

Op zoek naar wildemannen en wildevrouwen 

Over de wildemannen en de wildevrouwen had ik vooraf gelezen. Er moest zelfs een wildevrouw met kind te ontdekken zijn. Dus ben ik benieuwd waar ik die kan vinden. De gids in de kathedraal die ik vraag naar beelden van de groene man kan me niet helpen. Hij kent geen gebeeldhouwde koppen met bladeren omringd. 'Er zijn hier alleen beelden van heiligen, mevrouw', is zijn reactie. Het klopt met wat ik zie.
Tijdens een aansluitend bezoek aan de bouwloods naast de kerk stel ik de vraag opnieuw. Mijn beeld van een groene man klopt van geen kanten met wat ik zoek. Ik moet de wildeman hebben. De originele beelden van wildemannen en wildevrouwen zijn hier opgeslagen. Hier krijg ik uitleg en kan ik mijn hart ophalen.
Niet vergeten om de bouwloods te bezoeken  😉.





Originele beelden van de wildemannen in de bouwloods

Gerestaureerde beelden nemen hun plaats in rond het koor en de kapellen aan de buitenkant van de kerk. Ze zijn te vinden op de zogeheten wimbergen. Dat zijn driehoekige gevelelementen boven vensters, deuropeningen en grafnissen. Bij de straalkapellen zijn twee wildemannen (16) en twee wildevrouwen (17) te herkennen aan hun grove beharing. De wildeman ervoor die in gevecht is met een burger (15) hebben we gemist. In de ronding van het koor staan twee andere wildemannen afgebeeld (6). Bij wimberg 16 mist de figuur rechts de baard. Ik was in de veronderstelling dat het hier om een wildeman en een wildevrouw ging. Ze staan echter geboekstaafd als wildemannen.


Twee wildemannen gereconstrueerd (wimberg 16)


Twee wildevrouwen gereconstrueerd (wimberg 17)

In het deel van de kathedraal dat tijdelijk is afgesloten vanwege de opbouw van de kerststal zijn nog wat familieleden bewaard gebleven. Het gaat om een sluitsteen waarop een vrouw een wildeman met een ketting aan een boom heeft vastgebonden. Verder zou er nog een wildevrouw met een wild kind, compleet met knotsje, te vinden moeten zijn in een zijbeuk van het koor. Die moeten nog even wachten.

De wildeman die voor hoofdbrekens zorgt

De 'losse' wildeman die ik in de bouwloods vind krijg ik niet in beeld. Heeft deze wel in de kerk gestaan en zo ja, waar? Het beeld benadert mijn lengte, dus valt niet over het hoofd te zien. Hij draagt een grote knots en heeft een wapen. Waar loop je zo'n groot beeld tegen het lijf? Nergens dus. Na veel zoeken kom ik er achter dat hij een plaats had op een luchtboogstoel aan de noordkant van het koor. Dat hij zo groot is, komt omdat we hem dan wel moeten kunnen zien als we beneden staan.


Originele wildeman in de bouwloods
Tweede luchtboogstoel aan de noordkant van het koor

Maria en het spinnewiel

Op het moment van ons bezoek wordt de kerststal opgebouwd en heeft Maria een plaats gekregen voor het altaar. De engel Gabriël kondigt de geboorte aan. Tot mijn verbazing is ze afgebeeld met een spinnewiel, het symbool van de voorchristelijke godin. Als je het nou toch over hoofdbrekens hebt...
De uitleg is even simpel als het beeld symbolisch is. Maria deed aan huisvlijt toen de geboorte aangekondigd werd. Het spinnewiel dient als vervanging van een spintol.


Maria aan het spinnewiel
De gedraaide pilaar

Bij de ingang van het koor zijn twee pilaren, waarop een baldakijn is gebeeldhouwd. Aan de linkerkant is het gedraaid, aan de rechterkant recht, zoals gebruikelijk. Aan de gedraaide pilaar is de legende verbonden van een vreemdeling die zich bij de bouwmeester vervoegde. Omdat deze wel wilde weten wie hij in huis haalde moest hij een proefstuk vervaardigen. Hij kreeg de opdracht om een baldakijn te maken voor een van de heiligenbeelden.
Dat was niet naar de zin van de beeldhouwer. Hij maakte er een kunstwerk van en het resultaat was een draaiend baldakijn. Het knappe ervan was bovendien dat de bekroning in de vorm van een kruisbloem loodrecht boven het middelpunt van het onderste deel stond. Onder dit baldakijn stond aanvankelijk een Mariabeeld.
De bouwmeester had eenzelfde kunstwerk aan de andere kant van de kerk in gedachten. Hij bood de kunstenaar een goede baan aan. Die ging er niet op in. Eerst moest hij zichzelf bewijzen en nu kreeg hij een baan omdat ze hem nodig hadden. Geen denken aan. Hij verliet de stad en trok verder. Tijdens een restauratie van de kerk zijn de initialen van de bouwmeester zelf gevonden.
Ik heb dit soort pilaren vaker gezien in kerken (Parijs, Rosslyn). Ook aan het meesterwerk in Rosslyn is een legende verbonden. Deze gaat over een beeldhouwer die de leermeester overtreft.
Ik vraag me af of het hier kan gaan om een aanwijzing van een sterke energiestroom. Ik verplaats me van de gedraaide pilaar naar de rechte om te voelen of ik verschillen in energie waarneem. Deze is heel sterk bij de linkerpilaar, maar ook bij zijn tegenhanger rechts. Ik heb het gevoel of er een sterke energiestroom langs beide pilaren loopt langs het hoogkoor achter het altaar.


Linker baldakijn voor het hoogkoor


Linker en rechter baldakijn

Overblijfselen van een astronomisch uurwerk

In het noordportaal is het bovenste deel van een astronomisch uurwerk bewaard gebleven. Alleen een houten torentje en twee geschilderde panelen resteren. Het torentje is zo klein dat je eraan voorbij zou lopen als het niet genoemd werd in een brochure. Het werd in 1513 in de kerk geplaatst en kreeg van het volk de naam 'Oordeelspel' mee.
Een replica ervan is opgesteld in het Jheronimus Bosch Art Center. Je kan er de zonnetijd, de maancyclus, de dierenriemtekens en de heiligenkalender op terugvinden. Op het hele uur speelt het carillon en gaan deurtjes open en dicht en is er een rondgang van Maria te zien. Met uitleg voor belangstellenden.


Houten torentje noordportaal      Reconstructie  Jheronimus Bosch Art Center

Een glas in loodraam met de twin-towers

Boven de ingangsdeur van de toren is een modern glas in lood raam aangebracht. Het is gemaakt door de kunstenaar Marc Mulders. Bovenin is de hemel afgebeeld, onderin de hel en in het midden het vagevuur. Ook hier zie je weer de mix van kerkelijke en maatschappelijke beleving. In het raampje links onder is de doorboring van de twin towers uitgebeeld.


Glas in lood raam toren                            Detail links onder twin towers

De bellende engel

Aan de zuidzijde van de kerk staat een bord met een telefoonnummer. Helemaal bovenop het dak staat een moderne engel in spijkerbroek met een mobieltje.


bellen met de engel


De oude plataan

De oude plataan staat buiten het hek dat de kerk omringt, iets ten zuid-oosten van het koor. Je kan zijn of haar aanwezigheid waarnemen.


Plataan met bijzondere energie ter hoogte van het koor

Krachtcentrum

De verhoogde energie achter het altaar bij de twee pilaren is voor mij goed waarneembaar. De toren is ook een plaats waar dit voelbaar is. Den Bosch zou op de leylijn van Stonehenge naar de Externsteine liggen.
Het verhaal gaat dat de stad Den Bosch rond de put op de Markt zou zijn ontstaan. De kerk echter stond in eerste instantie buiten de stadsmuren. Het is een beetje hetzelfde verhaal als de kerk in Edam, ook die stond op een plaats buiten de stad. Daar werd de plek voor de kerk bepaald door twee ossen.
Er is niets bekend is over een voorchristelijk heiligdom als voorganger van de Romaanse kerk. De plaats om die eerste kerk te bouwen zou dan door de geestelijkheid zijn aangewezen.



Adres

Kathedraal: Torenstraat 16, 5211 KK 's-Hertogenbosch 
Website: https://www.sint-jan.nl/
Bouwloods: Torenstraat 16, 5211 KK 's Hertogenbosch
Website: https://www.sint-jansmuseum.nl/

Bronnen

Rondleiding met gids in de bouwloods
De Paadjesmakers, Brochure Rondwandeling om de Sint-Jan, 's Hertogenbosch, 2018
De Paadjesmakers, Brochure Rondwandeling in de Sint-Jan, 's Hertogenbosch, 2018
Lucinda Timmermans, Scriptie Cultureel Erfgoed - De hertogen van Brabant?, Utrecht, 2008
Vleer, Wigholt, Leylijnen en leycentra in de Lage Landen, Deventer, 1992

Websites

https://www.dbnl.org/tekst/peet048sint01_01/peet048sint01_01_0012.php
https://www.jheronimusbosch-artcenter.nl/astronimisch
https://www.sint-jan.nl/geschiedenis-2
http://www.groetenuitdenbosch.nl
https://www.bezoekdenbosch.nl/nl/locaties/55609248/sint-jansmuseum-de-bouwloods
http://www.bossche-encyclopedie.nl
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Frontaal_(architectuur)
http://www.verhalenbank.nl/items/show/48262
http://wiki.muntenenpapiergeld.nl/index.php?title=Braspenning
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosslyn_Chapel#Apprentice_Pillar



Winterzonnewende: het rendier dat de zon terugbracht

Gedachteloos zing ik het kerstliedje mee: Rudolph, the Red-Nosed Reindeer. Naadloos ga ik over naar het liedje Do, a deer, a female deer uit The Sound of Music. Altijd gedacht dat het mannetje Rudolph de arrenslee voorttrok. Maar Rudolph blijkt een eigentijdse versie. Ooit bracht het vrouwelijke rendier tijdens midwinter de zon terug tussen haar hoorns. Ik lees erover in een artikel van Gather Victoria. Haar verhaal gaat over de hertenmoeder-godin uit lang vervlogen tijden...




Mannelijk bos-rendier

Rudolph the Red-Nosed Reindeer

Rudolf is een bedachte personage in een kerstverhaal. Hij heeft een grote, rode neus, die 's nachts licht geeft. Daar wordt hij mee geplaagd. Vanwege die lichtgevende neus vraagt de Kerstman hem te hulp in een mistige nacht. Rudolf krijgt de leiding over de acht rendieren die de slee trekken en is sinds die tijd (1939) niet meer weg te denken als hoofdrolspeler. De inhoud van het liedje kende ik niet. Het is duidelijk dat ik gewoonlijk niet verder kom dan de eerste regel.

Het vrouwelijke rendier

In het bekende liedje uit de Sound of Music (1965) speelt het rendier alleen in de eerste zin een rol, verwijzend naar de zangnoot do van het do-re-mi. De rol van het vrouwelijke rendier is minder bescheiden dan je zou denken. Wat maakt haar zo bijzonder?
Ten eerste heeft ze evenals als haar mannelijke soortgenoten een gewei. Het bestaat uit lange, naar voren gerichte takken, die een beetje op een schep lijken. Haar gewei is dan wel kleiner dan dat van het mannetje, maar ze werpt het niet af na de paartijd (oktober). Zo kan ze het voedsel voor haar jong veilig stellen als er hongerige mededingers op de loer liggen. Ze is de leidster van de kudde. 's Winters valt ze op met haar gewei, totdat ook zij het afwerpt.  Het geeft haar een tijdelijke koninginnen- status als je het mij vraagt.


Mannelijk en vrouwelijk bos-rendier in Blijdorp


En kijk eens: wie valt op?                                           

Drie maal rode mantels en witte baarden

Er zijn drie kandidaten die rond midwinter door de lucht reizen met een rode mantel en een witte baard. Het vervoer varieert van paarden tot een arrenslee.
De oudste kandidaat is de Scandinavische god Wodan. Hij is de oppergod van de Germaanse goden. Zijn attribuut is de speer met de naam Gungmir. De betekenis ervan is: 'Ga snel'.
Wodan draagt een lange witte baard. Gekleed in een rode mantel en een hoed met een brede rand reist hij op zijn schimmel Sleipnir door de donkere luchten. Het bijzondere aan het dier is dat het acht poten heeft. Misschien om te benadrukken dat het heel hard kan 'draven'? Sleipnir kan zo snel rennen als de wind. Het paard doet zijn naam 'Sluip snel' met recht eer aan.
Wodan deelt geschenken uit aan mensen die een beloning verdiend hebben. Zijn twee raven Huginn en Muninn luisteren voor hem door het rookgat. In andere verhalen neemt een knechtje die taak over. Hier is het Eckart, die voor Wodan door de rookgaten van de huizen kijkt. Van rookgat naar schoorsteen is maar een kleine stap.

De rode mantel en de witte baard zien we terug bij zijn twee opvolgers: Sinterklaas en de Kerstman. Net als Wodan reizen zij door de lucht. De goedheiligman berijdt een witte schimmel, de kerstman laat zich vervoeren in een arrenslee die getrokken wordt door acht rendieren. Rudolph wordt daar als negende en leider van het span aan toegevoegd.
Rijden door de lucht garandeert een snelle aflevering van cadeautjes en schoorstenen zijn goed herkenbaar op de verschillende daken.

Het feest van Sinterklaas stamt uit de Middeleeuwen. Het is het meest bekend in het noordelijke deel van Europa. De datum van zijn verjaardag valt samen met de kerkelijke feestdag van de bisschop van Myra. Sinterklaas komt van overzee uit Spanje. Eenmaal aan land rijdt hij net als Wodan met zijn schimmel door de lucht. De speer is vervangen door een staf. Ze delen de rode mantel en de witte baard.

Houtgravure uit het boek De Volksvermaken van Jan ter Gouw

Op de valreep sta ik tijdens een bezoek aan een tentoonstelling in het Catharijne Convent (Utrecht) oog in oog met de heilige Nicolaas in een tabernakelschrijn. Deze werd geopend op zondagen en sommige feestdagen. Door de ontbrekende deurtjes is de schrijn net niet compleet. De scènes op de luiken stellen momenten uit zijn leven voor. Links de inwijding tot priester en de inzegening tot bisschop, rechts zijn twee legendes in beeld gebracht.
De eerste legende gaat over drie geredde onschuldigen. De tweede over drie onterecht veroordeelde veldheren. De drie veldheren Nepotianus, Ursus en Apilio zijn op uitnodiging van Nicolaas in Rome (of Myra).  Ze zijn getuige van de redding van drie onschuldige mensen. Terug in Constantinopel worden ze door de keizer zelf met eer ontvangen. Ze worden op hun beurt door jaloerse hovelingen beschuldigd van verraad. Zo komen ze terecht in de gevangenis. In hun wanhoop smeken ze de heilige Nicolaas om hulp. Nicolaas verschijnt na hun gebed om hulp in een droom van de keizer. Deze laat ze daarop in vrijheid gaan. 
Er zijn trouwens meer dan 20 legenden over de goedheiligman bekend.

Het mag duidelijk zijn dat de bisschop van Myra niet vereenzelvigd kan worden met de 'wildemannen' die in de donkere dagen het luchtruim onveilig maakten. Maar soms gaan dingen zoals ze gaan en versmelten twee figuren in één tot een mythisch persoon. Zelfs de dag waarop het feest gevierd wordt valt samen met de naamdag van de heilige. Toch is die witte schimmel niet weg te denken bij het oude kinderfeest. De oude Sint wordt traditioneel nog altijd door ons op het paard geholpen 😉  .


Sint-Nicolaas in tabernakelschrijn, Aragon (Spanje), eerste helft veertiende eeuw
Barcelona, Museu Nacional d'Art Catalunya.

De Kerstman bestrijkt een groter deel van Europa. In  Engeland brengt Father Christmas sinds de zeventiende eeuw cadeautjes voor brave kinderen. Zijn woonplaats werd gesitueerd op de Noordpool. Het feest verspreidde zich naar Frankrijk (Père Noël) en Spanje (Papá Noel). In het laatste geval komt dat goed uit, want als de goede gever uit de buurt zou komen is de kans dat je hem tegen het lijf loopt groot.
In Amerika is de kerstman een soort dubbelganger van onze Sinterklaas. Hij werd geïntroduceerd door emigranten in de achttiende eeuw. De naam Santa Claus is afgeleid van Sinterklaas en 'meegenomen' uit Nederland. Father Chrismas versmolt daar in de loop van de tijd met Santa Claus.
Naast de gemeenschappelijke kenmerken vallen de verschillen in uiterlijk op. Zet maar eens een vrolijke kerstman met een bolle buik naast de oude man met staf en mijter zoals wij de figuur van Sinterklaas kennen. Er bestaat geen twijfel over wie we voor ons hebben 😉.

Waar wil ik nou met dat vrouwelijke rendier naar toe?

'Lang voordat de kerstman op zijn vliegende rossen door onze mythische luchten vloog, was het het vrouwelijke rendier dat de slee van de zonnegodin trok bij de winter-zonnewende' lees ik in een bijzonder interessant artikel. Met de zon tussen haar gewei vloog ze door de donkerste nacht van het jaar en bracht symbolisch het licht terug. 
In de noordelijke helft van de wereld werd het vrouwelijke rendier gezien als symbool van vruchtbaarheid en moederschap. Bij de cyclus van de natuur hoort ook het sterven en weer opnieuw geboren worden. Het vrouwelijke rendier bracht in het donkerste deel van het jaar de zon weer terug. Het artikel is prachtig geïllustreerd en legt een relatie met vrouwelijke sjamanen. Het is een nieuwe, boeiende gedachte dat er vóór de tijd van de drie bovengenoemde mannelijke figuren die optreden rond de midwinternacht, een vrouwelijke versie met dezelfde symboliek bestond. Ze had de vorm van een oude hertenmoeder-godin en bracht de leven-gevende zon net op tijd terug.
Zelfs het geven van geschenken door de schoorsteen vinden we in haar verhalen terug. Het zijn sjamanen, die met haar meereizen, 'gekleed in rode pakken met witte vlekken'. Ze zouden de wit-met-rode paddenstoelen verzamelen en 'ze vervolgens via de schoorstenen als geschenken op de winter-zonnewende afleveren'. Hoe mooi is dit verhaal als aanvulling op de bekendere versies van Wodan, Sinterklaas en de Kerstman. Het vrouwelijke rendier als draagster van de zon.

Dat hert droeg een lichtend kruis tussen zijn gewei

En hoe leuk is het om de legende van Sint Hubertus in dit licht nog eens te lezen.
Tijdens de jacht stuitte hij op een hert met 'een lichtend kruis tussen het gewei'. Het dier raadde hem dringend aan zich te bekeren tot het geloof. Zo niet, dan zou hij 'terstond ter helle dalen'  
Het ene hert droeg de zon tussen haar hoorns, het andere een lichtgevend kruis tussen zijn gewei.
De moedergodin maakte plaats voor mannelijke opvolgers en Rudolph trekt nu de arrenslee 😉.


        

Beeld in Sint Hubert                                           Boven de koorbanken




Met dank aan Peter Verhoef voor de foto's van de bos-rendieren (Blijdorp, Rotterdam)



Noten

Deze legendes staan in het oudst bekende handschrift met verhalen over Nicolaas, Praxis de stratelatis, waarschijnlijk uit de vijfde eeuw.

Bronnen

Eeden, Ed van, Wie de koek krijgt, wie de gard, Amsterdam, 1991
Gouw, Jan ter, Volksvermaken, Amsterdam, Vereniging Vrienden van het Amsterdam-boek, herdruk 1871.
Tentoonstelling North & South, Catharijne Convent, Utrecht, 2019




Eerder blog 

 https://jokessterrenkruid.blogspot.com/2016/04/dat-hert-droeg-een-lichtend-kruis.html

Websites

https://gathervictoria.com/2017/12/15/doe-a-deer-a-female-deer-the-spirit-of-mother-christmas/
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Rudolph_the_Red-Nosed_Reindeer
https://www.leswido, a deer, a female deerki.nl/muziek/rudolph-the-red-nosed-reindeer/
https://www.songteksten.nl/songteksten/50859/the-sound-of-music/do-re-mi.htm
https://www.zoo-info.nl/rendier
https://isgeschiedenis.nl/nieuws/oorsprong-van-de-kerstman
https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2012/12/sleipnir.jpg
http://sintenpietengilde.nl/legenden/
http://sintenpietengilde.nl/legenden/nicolaas-redt-drie-dood-veroordeelden-en-drie-gevangenen-stratelaten-legende/










Anloo, Anna, Spin-An en de roggeoogst

Als ik voor de tweede keer in de gelegenheid ben om de kerk in Anloo te bezoeken, gaat mijn aandacht specifiek naar het fresco van de geboorte. De os en ezel worden daar geflankeerd door vage witte vormen. In deze omgeving worden de verhalen van de witte wieven van generatie op generatie doorverteld. Hebben deze legendarische figuren hier ook een rol? En is Spin-An een afgeleide versie van Anna? 

Aangepast en uitgebreid op 4-12-2019. 

Het bekende verhaal van Maria

Het noordelijk fresco beeldt de geboorte van Jezus uit. Maria ligt in een boerenbed onder een groene deken. De ingebakerde baby ligt in de armen van zijn moeder. Samen met de os en de ezel is het verhaal compleet.
Het onderste deel van het fresco vormde oorspronkelijk een drieluik. Van het eerste stuk is uitsluitend het topje van een vleugel overgebleven. De interpretatie ervan sluit aan bij het geboorteverhaal van Maria. Er wordt verondersteld dat op het verloren deel de aankondiging van de geboorte verbeeld werd. De figuur in de rode vorm zou dan Jozef of Jezus geweest kunnen zijn. De personen die elkaar omhelzen staan voor de ontmoeting tussen Maria en haar nicht Elisabeth.

De os, de ezel en de kribbe

Me verdiepend in de beelden van het fresco ontdek ik dat de os en de ezel oorspronkelijk geen rol speelden in het kerstverhaal. Voor de zekerheid ga ik het nog even na om te constateren dat het klopt.
In het evangelie van Lucas wordt aan de herders verteld dat ze het kind zullen vinden gewikkeld in doeken en liggende in een kribbe. De stal, de os en de ezel spelen in de geboorteverhalen geen rol. Hooguit kun je je bij een kribbe een stal en wat dieren voorstellen.
Pas in het jaar 600 worden de dieren genoemd in het pseudo-evangelie van Mattheus. Hij laat de geboorte in een grot plaatsvinden. Maria verliet deze op de derde dag na de geboorte. Ze ging naar een stal en legde het jongetje in een kribbe. Een os en ezel aanbaden hem. Zo werden de losse elementen samengevoegd tot het verhaal zoals wij het kennen. En zo wordt het al eeuwenlang uitgebeeld. Het is op zijn minst bijzonder om op te merken dat de kribbe op het fresco ontbreekt.

  

Het geboortefresco op de noordelijke wand


Witte wieven aan het kraambed 

Maar er kan ook sprake zijn van een ander, voor-christelijk scenario.
Aan de rand van het bed verschijnen links en rechts drie vage vormen met oogjes. Ik geef ze de rol van witte wieven. Met name in Drenthe vormen ze een mengeling van spoken, heksen, elfen en wijze vrouwen. Het is maar in welke hoedanigheid je ze ontmoet.
Geëerd als priesteressen en godinnen worden ze door de bevolking ingeroepen voor hulp. In het fresco vervullen ze de rol van vroedvrouw en staan symbool voor de drievoudige godin.
De witte wieven zijn aanwezig bij het kraambed van Anna, de moedergodin uit de voor-christelijke periode. 
Twee oer-os kopjes aan beide zijden boven het dak verwijzen naar het Stiertijdperk, waarin de godin centraal stond. Dat is ongeveer de periode tussen 4000 en 2000 voor Christus.


Witte wieven aan het kraambed


De woonplaatsen van de witte wieven

De woonplaatsen van de witte wieven bevonden zich in de 'Stienbargen' of  hunebedden. Naast deze holle bergen waren er ook bergen die uitsluitend uit aarde opgeworpen waren. Die werden als 'barchie's aangeduid. Op de tekening hieronder zie je hoe de mensen uit de oudheid zich hun woonplaats voorstelden. 
Denk de os en de ezel die het kind vereren in gedachten eens weg. De ruimte waar de geboorte plaats vindt lijkt minder op een stal dan je op het eerste gezicht denkt. Binnen de rode vorm van het dak zijn stenen geschilderd. De vorm van een bergje komt in het fresco terug. Vindt deze geboorte dan plaats in een hunebed? 

\
Van de woonplaats der Witte Wijven (Houtsnede uit het boek 'Antiquiteiten', 1660 )


De reputatie van witte wieven

In 'Van de woonplaetsen der Witte Wijven' vertelt Picardt dat er ingevallen bergjes bestaan, die vroeger hol van binnen geweest moeten zijn. Het zijn tevens de grootste en iedereen vertelt dat de witte wijven er gewoond hebben. Mensen verklaren dat het er gruwelijk heeft gespookt, en dat men er dikwijls een deerlijk gekrijs, gekerm en weeklagen van mannen, vrouwen en kinderen gehoord heeft. Maar hij schrijft ook dat ze dikwijls naar barende en noodlijdende vrouwen zijn gehaald en die geholpen hebben, ook wanneer alles 'desperaet' was. Ze deden voorspellingen over geluk en ongeluk en wisten waar mensen hun gestolen, verloren en vervreemde goederen terug konden vinden.
Witte wieven werden met grote eerbied benaderd. Mensen die bij sommige gelegenheden in deze bergjes geweest zijn hebben daar ongelooflijke dingen gezien en gehoord. Ze mochten er 'op perikel van hun leven' niets over loslaten. Witte wieven waren sneller dan 'enig creatuur'.
Oudere bronnen vermelden dat de heuvels, die de witte wieven bewonen, nooit door mensen opgeworpen konden zijn. Er zijn verhalen over reizigers die 's nachts lastig werden gevallen en  over herders die werden weggevoerd. Ze namen kraamvrouwen met hun kinderen mee naar hun holen. Val je ze echter niet lastig, dan zullen ze je altijd helpen 😉




Zielevogel of zonnevogel?

Van het eerste deel van het drieluik is uitsluitend het puntje van een vleugel bewaard gebleven. Die vleugel wordt aan een engel toebedacht in het verhaal van de geboorte van het Christuskind. Vleugels zijn echter niet uitsluitend voorbehouden aan engelen en met het kraambed van Anna in gedachten zoek ik naar een andere invulling.

Ik vind die bij het oude zinnebeeld van de zwaan. Het witte verenpak staat symbool voor zuiverheid. Als zielevogel zou  de zwaan de zielen van ongeborenen door de lucht naar de aarde voeren. Het  dier had immers toegang tot de elementen water, het land en de lucht. 
In Germaanse sprookjes komen vrouwelijke of goddelijke wezens voor die zich in een zwaan kunnen veranderen. Als je het zwanenkleed aflegde was terugkeer onmogelijk.
Evenals de zwaan werd de ooievaar in lang vervlogen tijden gezien als zielevogel. In die rol bracht dit dier de kinderen uit het water van de schepping naar hun toekomstige ouders.
Bij de Grieken was de zwaan de vogel van de zonnegod Apollo. Een zonnevogel dus. Die zonnevogel was bij de geboorte van een god aanwezig. 
Anna werd ook in de Germaanse streken vereerd als de moedergodin. Zij was het die de zielen naar de aarde bracht. In die zin had ze eenzelfde rol als de zwaan en de ooievaar.

De middelste afbeelding laat een man zien met een groen gekleurde jas. Hij staat symbool voor de groene man, de aarde en bevindt zich in een grot. Een inwijdingsgrot, want het huwelijk met de godin vindt niet met de eerste de beste plaats. Aan de halo rond zijn hoofd kun je zien dat het hier om een ingewijde of 'heilige' gaat.

Rechts volgt dan het kussende paar. Voor mij symboliseren ze het heilige huwelijk dat jaarlijks plaatsvond om de vruchtbaarheid van de aarde af te smeken. De godin draagt een rode jas, de ingewijde man is in het groen gekleed. De vruchtbaarheid van het land was in oude tijden van levensbelang. Het ritueel van het heilige huwelijk werd gevierd op Beltane, en vindt plaats op 1 mei.

Het verhaal is nog niet af

Het fresco in de nis stelt de vlucht naar Egypte voor en vormde de achtergrond voor het altaar. Jozef is afgebeeld met een knapzak, samen met een ezel. Hij draagt een korte broek en aan het type vegetatie kun je afleiden dat het hier om een ‘buitenlands’ landschap gaat. In dit fresco zijn tientallen sterretjes geschilderd, opnieuw verwijzend naar Spin-An. In een aantal boomtakken herken ik het fleur-de-lis motief.
Het stukje over dit fresco in het blog 'godinnenkracht' geeft me een aanwijzing waaraan ik niet eerder heb gedacht. Jozef loopt met Anna en de baby door het bos. Ze zijn op weg naar andere streken. De bomen hebben een exotisch uiterlijk. Sommige takken dragen als 'vrucht' de fleur-de-lis.
De godin woonde in voorchristelijke tijden op een open plek in het bos. Zijn ze op weg naar Anloo, het heilige bos van Anna?
De prachtige geschilderde Maria met het kind maakt het plaatje rond. Haar beschrijving vind je in een eerder blog. Op de rand boven haar hoofd vind je de fleur-de-lis, symbool van zuiverheid en maagdelijkheid. Voor mij beeldt ze de moedergodin Anna uit, met aan de randen van de schildering haar naam in de vorm van een zigzaggend motief, afgewisseld met fleur-de-lis bloemen. 

Voor mij zijn de gebruikte beelden nu helder. Ik kan het verhaal van Anna van onderen naar boven en van links naar rechts 'lezen'. De zielevogel, de inwijding van de groene man en het heilige huwelijk vormen de proloog. De geboorte vindt plaats in het hunebed onder toeziend oog van de witte wieven die symbool staan voor de drievoudige godin. Na de geboorte vertrekken Anna met de baby en de groene man (of vegetatiegod) naar de open plaats in het bos. Tenslotte troont de Moedergodin daar met haar kind. Ik voeg de foto's voor de leesbaarheid nog even bij: 

  

Jozef loopt met de ezel door het bos                         De moedergodin met haar kind

De Fleur-de-lis

Het symbool van de fleur-de-lis maakt ook onderdeel uit van de Europese beeldtaal. In de tentoonstelling North & South (Catharijne Convent, Utrecht) wordt ze gedragen door Maria.
  

Fleur-de-lis tussen duim en wijsvinger  Fleur-de-lis op de staf in de linkerhand


Het visioen met de tronende God de Vader omringd door de vierentwintig oudsten. 
Staf met aan de top een fleur-de-lis
Uit: The Getty Apocalyps, commentaar van Berengaudus, Londen (?), Engeland, ca 1255-1260. Los Angeles, The J. Paul Getty Museum, Ms. Ludwig lll, fol. 3v

 Digital image courtesy of the Getty's Open Content Program.


Spin-An en de roggeoogst

De rode sterretjes in het fresco verwijzen naar Spin-An. Je kon haar het beste maar uit de weg gaan. Kinderen werden gewaarschuwd om niet te ver de korenvelden in te lopen. Als je de rogge of haver vertrapte kwam ze je achterna en spinde ze je haren mee. Om het over het slachten of levend verbranden maar niet te hebben. Kinderen werden dus flink bang voor haar gemaakt.
Andere namen voor Spin-An zijn Spinnen-Annechien, spinwief en roggewiefien. Een variatie hierop is de roggemoeder. Ook zij neemt de kinderen mee. Ze huist op plekken waar de korenhalmen net anders bewegen en dat komt echt niet door de wind, dus pas maar op.
De roggemoeder zorgde voor vruchtbaarheid. Tijdens de oogst vluchtte ze in de laatste schoof. Die werd zorgvuldig bewaard. Zij wordt gelijk gesteld met Anna.

Roggeoogst en feestdagen

De roggeoogst vond in het verleden plaats vond rond de feestdag van Sint-Jacobus. Die werd gevierd op 25 juli. In het boek Volksvermaken kom ik een stukje tegen over het oogsten van rogge in de oudheid: Sommige heiligendagen werden meer bepaald door de landbouwers vrolijk gevierd; zoo was St. Jacob een oogstfeest, waarbij "de jeugd dansende om de zaamgebonden schoven zweefde", en waar nog in Julij 1817 Cornelis Loots een lied op zong. Hij beweerde, dat Sint Jacob de wettige opvolger van de oude vrouw Ceres is. Ik frons mijn wenkbrauwen. Cornelis Loots was een Nederlandse dichter en Ceres was de Romeinse graangodin.

In het Jacobspaad wordt Jacobus de Meerdere genoemd als 'de Christelijke Ceres'. Zijn naam komt terug in de Pelgrimsroute naar Santiago (‘Sant-Yago’). In Saksische streken werd zijn feest gevierd als 'Sint Jacob in het Stro'. Een mannelijke opvolger van een Romeinse godin in dit geval. Ik ben verrast als ik de volgende weerspreuk lees: 

'Met Sint Jacob of met Sint Ann' Is het koren in schuur of ban'.

De naamdag van Sint Jacobus is op 25 juli, de naamdag van Sint Anna valt op 26 juli.
Is Sint Jacobus hier de opvolger of tegenhanger van de Keltische  godin? 

Maken we nu een sprongetje naar Engeland, dan werd daar voorheen het festival van Sint Anne gevierd op 26 juli. En wel op de Tan Hill onder de naam Tan Hill Fair. 
Tan Hill is een verbastering van Sint Annes Hill. Tan heeft de betekenis van vuur. De feestdag hing samen met een schapen- en paardenverkoop. (Tegenwoordig wordt dit feest op 6 augustus gevierd). 
Oude kinderliedjes en rijmpjes bewaren nog een herinnering aan Anne, zoals het liedje Anneke Tanneke Toverheks. 

De levensdraad spinnen

In oude tijden symboliseerden drie godinnen of spinsters de cyclus van geboorte, leven en sterven.
In verschillende tijden droegen ze verschillende namen. De Germaanse 'schikgodinnen' werden voorgesteld als spinsters. In de Germaanse tijd stonden ze bekend als Oerd, Wernandi en Skoeld.
We kennen de eerste en de laatste beter als Anna en Holda (vrouw Holle). Ze symboliseren de maan, de aarde en de zon.
De drie spinsters of jonkvrouwen prijken onder de namen Ambet, Wilbet en Borbet als drievoudige godinnen in middeleeuwse kerken.

Anna begon met het spinnen van de levensdraad. Wernandi weefde twee levensdraden samen op de bruiloft. En Holda knipte de draad door bij het sterven.
De drie spinsters kennen wij niet meer. We vinden sommige elementen nog wel terug in sprookjes. De rituelen van geboorte, trouwen en rouwen zijn belangrijke momenten in een mensenleven.
Maria nam de rol van Anna over. Dus de een herkent in het fresco de moedergodin Anna, en de ander Maria.

Sommige gebruiken verdwenen of gingen ondergronds als kinderspelletje. Anneke Tanneke Toverheks is hier een voorbeeld van. Doornroosje prikt zich aan het spinnewiel, en in het sprookje van Vrouw Holle laat de stiefzuster haar spintol (te vroeg) in de put vallen.

In Drentse sagen worden de verhalen over spinnende witte wieven levend gehouden. Zo zitten ze bij de hunebedden in de omgeving van Wasperveen te spinnen aan gouden spinnewielen. En bij Zuidwolde in de buurt werd 's nachts een spinnende vrouw gezien, in het wit gekleed. Bij het afgraven van de heuvel werden overblijfselen van een spinnenwiel gevonden. Op de Hekelenberg bij Zuidwolde tenslotte, hoorde je in stille avonden het snorren van een spinnewiel van een oud vrouwtje.

Ook de witte wieven worden in het fresco met zijn drieën afgebeeld. Ze vertegenwoordigen op mythisch niveau de drievoudige godin van leven en dood. Ze zijn erbij, in het fresco en ze vertellen hun eigen verhaal 😉.


Adres


Magnuskerk, Kerkbrink 1, 9467 PH Anloo.
De kerk is geopend op afspraak.
Telefoonnummer: 06-20 97 68 87

Bronnen

Jan Evert Musch

Biedermann, Hans, Prisma van de symbolen, Utrecht, 1993
Borman, Ruud, Witte wieven en elfen, Geesteren, 2011
Catharijneconvent tentoonstelling North & South Europese topstukken herenigd
Elerie, H en Spek, T, Van Jeruzalem tot Ezelakker , Utrecht, 2009
Gouw, Jan ter, Volksvermaken, Amsterdam, Vereniging Vrienden van het Amsterdam-boek, herdruk 1871.
Picardt, Johan, Antiquiteiten  (2008, facsimile op basis van origineel exemplaar 1660).
Sinnighe, J.R.W, Drentsch Sagenboek, Bussum, 1944
Stichting Jacobspaad, Het Jacobspaad, 2008
Tijdschrift, Kampioen, augustus 1947, nummer 8
Uyldert, Verborgen wijsheid van oude rijmen, Amsterdam

Voorgaand blog

https://jokessterrenkruid.blogspot.com/2019/09/anloo-een-kerk-met-een-oude-geschiedenis.html

Websites

https://www.magnuskerk.nl/in-de-kerk/frescos
https://www.abedeverteller.nl/witte-wieven-nevelslierten-en-grafheuvels/
https://www.geheugenvandrenthe.nl/witte-wieven
https://www.geheugenvandrenthe.nl/spokerij
http://oud-schoonebeek.nl/index.php/drenthe/29-verhalen/306-drentsche-sagen-en-legenden-verhalen
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Roggemoeder
https://www.pastscape.org.uk/hob.aspx?hob_id=216037
https://www.themodernantiquarian.com/site/3968/tan_hill.html
https://www.tribalvoices.org.uk/tan-hill-fayre-by-selena-josh/
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_os_en_de_ezel
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jakobus_de_Meerdere
https://godinnenkracht.blogspot.com/

Misschien leuk om te lezen:
http://www.twentsetaalbank.nl/docs/DmB_1957-Oud_wichelied_en_zijn_verwanten-NaardingJ.pdf

Anloo: een kerk met een oude geschiedenis

Komend vanuit Groningen maken we een tussenstop in Anloo. Blij verrast dat we onverwacht een afspraak hebben kunnen maken om de kerk te bezichtigen. De huidige Romaanse kerk stamt uit de Middeleeuwen. Maar al in de negende eeuw stond hier een houten voorganger.  Een oude plek met voor-christelijke wortels en verhalen over leylijnen. Die energie wil ik graag waarnemen. En waar moeten we de geheimzinnige naam van de moedergodin AnnA zoeken in deze kerk? Met twee hoofdletters nog wel...? 


Priesterdeurtje in het zuiden

Bij een eerste ronde langs de buitenkant van de kerk stuiten we op een klein deurtje ter hoogte van het koor. Het werd gebruikt als ingang voor de priesters, waaraan het de naam priesterdeurtje ontleent. De ingang voor de mannen was oorspronkelijk ook in het zuiden, meestal recht tegenover de ingang van de vrouwen in het noorden aan het begin van het schip.


Het priesterdeurtje aan de zuidzijde

Vrouwen ingang in het noorden

Boven de dichtgemetselde noordelijke ingang voor de vrouwen is een beeltenis aangebracht die ik even thuis moet brengen. Het stelt een mannenfiguur voor in een biddende houding. Het is de zogenaamde 'Orantehouding'. Dat is een gebedshouding die veel voorkomt in de vroeg-christelijke kunst. Beetje vreemd boven een vrouweningang, is mijn eerste gedachte. Later blijkt dat het hier gaat om een zandstenen grafplaat, die een voormalige beelden-nis bedekt. Een beetje passend gemaakt voor de gelegenheid. 
Dit type sarcofaagdeksel van zandsteen is bijzonder in Nederland, maar komt vaker voor in het naburige Oost-Friesland (Duitsland). Ik vraag me af welk beeld er oorspronkelijk in de nis heeft gestaan?


Oorspronkelijke vrouweningang met afgesloten beelden-nis

Een klein raampje om naar binnen te gluren

Op de rand van koor en schip is een klein raampje ingebouwd in de noordelijke muur. De officiële naam ervoor is hagioscoop. Vanaf de buitenkant had je zo zicht op het altaar of eventuele relieken. Ook kon je volgens de annalen de kerkdienst volgen van buitenaf. Maar hetzelfde raampje zou ook de functie gehad kunnen hebben om licht te laten vallen op het altaar in de kerk. En dat zou hier wel eens het geval kunnen zijn. In de nis stond namelijk hoogstwaarschijnlijk een altaar met een Mariabeeld. Mogelijk is dit raampje later aangebracht om hier zicht op te bieden? Het fresco op de muur lijkt op die plaats 'onderbroken'. Bij mijn weten was een meer gebruikelijke plaats voor zo'n klein raampje ter hoogte van het koor. Je keek dan op het hoofdaltaar. Dit laatste is na de Reformatie verwijderd. De bovenplaat ervan is hergebruikt als grafsteen voor Roedolf Wolters, te vinden in het koor.


Hagioscoop noordzijde buiten en binnen

Hoofdaltaar en zijaltaren

Oorspronkelijk bezat de kerk drie altaren. Het hoofdaltaar stond zoals gebruikelijk aan het hoofdeinde van het koor. Dan waren er nog twee zijaltaren aan weerszijden van het einde van het schip, bij de boog naar het koor. De altaren zijn verdwenen, maar de nissen herinneren nog aan hun bestaan.

In en rond de nis zijn aan beide kanten resten van een fresco bewaard gebleven. De ouderdom ervan wordt geschat op de 13de eeuw. De schildering in de nis stelt de vlucht naar Egypte voor. Jozef is afgebeeld met een knapzak, samen met een ezel. Maria is een beetje vervaagd.
Samen met de twee andere fresco's vormden ze de achtergrond voor een Maria altaar, dat in de nis gestaan moet hebben. Maria altaren stonden gewoonlijk in de noord-oosthoek van het schip.


Overzichtsfoto fresco's noordzijde en boven de boog


Een verborgen grafkelder

Tijdens een restauratie van het schip is in 1942 onder het koor een oude grafkelder ontdekt. Die vondst leidde tot een meningsverschil tussen de archeoloog en de restaurateur. De eerste wilde tijd voor meer onderzoek, de tweede wilde door met het werk, omdat het koor niet onder de restauratie viel.
Het geheel werd afgesloten, maar niet nadat de restaurateur een vluchtige blik door het ontstane gat geworpen had. Hij ontdekte de schedels van twee volwassenen en een kind. Het gat werd gedicht en de kelder kwam in het vergeetboek. Het bestaan ervan werd teruggevonden in een oud archief. Dat was rond 1980. In 2016 leidde dit uiteindelijk tot nieuw onderzoek.
Een rijke edelman van het geslacht Alberda heeft de grafkamer in 1750 laten bouwen. Naast zijn twee echtgenotes en een dochtertje zijn er nog vier onbekende mensen in bijgezet.
De Magnuskerk van nu is rond het jaar 1050 gebouwd. De trap die toegang geeft tot de ruimte bestaat uit keien en lijkt uit deze tijd te stammen. De grafkelder is dus zo'n 700 jaar later gebouwd, waarbij gebruik gemaakt is van deze middeleeuwse voor het oog verborgen trap.
Waar heeft die eerste trap naar geleid? Was er ooit sprake van een crypte onder het koor? Je bouwt geen trap naar beneden naar een plek waar niets is, toch? En wisten de bouwers van de grafkelder van het bestaan van die trap?
De kelder is te bezichtigen. Een steil trappetje leidt naar beneden. Zelf houd ik het bij foto's maken en ga de uitdaging niet aan 😉.



Terug gevonden grafkelder onder het koor


Een sarcofaagdeksel met vroeg-christelijke motief

Naast de kansel ligt een bijzonder Romaans sarcofaagdeksel uit de twaalfde eeuw. Het is net als het deksel boven de voormalige vrouweningang gemaakt van gele Bentheimer zandsteen. Het laat een kruis zien dat door bladmotieven omgeven is.
Het motief op dit sarcofaagdeksel is voor-christelijk en laat zich van twee kanten bekijken. Bij het kruis zijn aan de onderzijde delen van een zonnerad te zien, vergelijkbaar met Keltische kruizen.
Maar draai je je om, of beter gezegd, kijk je vanaf de andere kant, dan herken je het motief van de levensboom, met de zon aan zijn voet. Door de dwarsbalk van het kruis lijkt deze dan geworteld in de aarde. Ook hier keert het zonne-motief terug. De grafplaat is tevoorschijn gekomen tijdens opgravingen.


Grafsteen met voor-christelijke motieven, zonnerad, levensboom 


Motief zonnerad       

                                                       
 Keltisch kruis (Schotland, 2017)

Fresco op de noordelijke wand

Het geboortetafereel van Jezus is afgebeeld op het bovenste deel. Maria ligt in een Drents boerenbed onder een groene sprei, de os en de ezel aan de bovenzijde. Naast de dieren zijn  2 x 3 vage, elliptische vormen getekend. Het kindje Jezus ligt in doeken gewikkeld in de armen van Maria. Het bed rust op een rand met zigzag strepen, met bladmotieven er tussen. Het geheel wordt bekroond met een timpaan met aan beide zijden ervan de kop van een stier.
Van het onderste deel zijn twee scènes bewaard gebleven. Op de linker wordt de annunciatie voorgesteld: de engel die de geboorte van Jezus aankondigt. Op de rechter afbeelding staan twee mensen in omhelzing. Maria ontmoet hier haar nicht Elisabeth, die eveneens zwanger is.


Fresco op de noordelijke muur

Maria op de oostelijke wand

Een prachtige Maria is deels bewaard gebleven op de oostelijke wand. Ze zit op een troon en draagt haar kindje in de linker arm. De baby heeft een bijna volwassen gezichtje en is in het groen gekleed. Het haar van het kindje is geel gemaakt, dat van zijn moeder is groen.
Maria draagt de kleur rood en heeft een halo rond haar hoofd. De rode kleur is een bewijs van de ouderdom van de schildering. In 1649 werd door de Kerk beslist dat de Maagd Maria alleen nog maar in blauw en wit mocht worden afgebeeld.


Maria op een troon 

Het fresco in de nis heeft hoogstwaarschijnlijk als achtergrond gediend voor het Maria altaar. Het beeldt de vlucht naar Egypte uit. Jozef is afgebeeld met een knapzak en de ezel volgt. Maria is vervaagd.



Rune links naast  de witte rand    

                                                         
Rune links tweede vak boven
  
Een Drentse versie?

Het geheel stemt me tot nadenken. Sta ik hier te kijken naar een Drentse versie van het mij zo bekende geboorteverhaal? Maria ligt in een boerenbed met het kindje in haar armen. Geen engelen, maar vage vormen die toe lijken te kijken. De kribbe ontbreekt, evenals vader Jozef. 
Op de vlucht naar Egypte wordt hij afgebeeld met een knapzak. Vandaag kun je wandelen over knapzak-paden en in oude tijden lagen hier karrensporen. Hebben de schilders het Bijbelse tafereel vertaald naar hun eigen leefomgeving of moet ik dieper graven? 

Een gekerstend heiligdom

Waarschijnlijk is het eerste houten kerkje op een voor-christelijk heiligdom gebouwd. Dat kan bijna niet anders, want onze voorouders bouwden tot 1350 hun kerken bij voorkeur op de heilige plaatsen van hun voorgangers. Dat waren plaatsen met een bijzondere energie.
In de naam Anloo vinden we de naam van Anna terug. Het woord 'loo' komt uit de Germaanse taal. Het kan zowel 'open plek in het bos' als 'bosje op hoge zandgrond' betekenen. Vanuit het Latijn wordt 'loo' vertaald als 'heilige plaats'. Kelten en Druïden vereerden hun godin op open plekken in het bos. Staat de kerk op een plek waar ooit de godin Anna werd vereerd?  

Energie

Als we de kerk naderen vanuit het dorpscentrum is de energie al waarneembaar. Staand aan de linkerkant voor de toren ervaar ik deze het sterkst.
Ik vind dit terug in het boek Leylijnen en leycentra in de lage landen. Uit paranormale waarneming van de schrijvers kwam naar voren dat er twee hunebedden bij de kerk gestaan hebben, die mogelijk voor de fundering zijn gebruikt. Het grootste ervan lag vlak aan de zuidmuur en een kleinere nog wat zuidelijker. Verder is er door de schrijvers een tempeltje waargenomen van vier meter lang. Dit was iets ten zuiden van het leycentrum gelegen. Aan wie zou dat tempeltje gewijd zijn geweest?

De zoektocht naar Anna

Na al dit moois ben ik nog maar half op weg. De energie is duidelijk waar te nemen, maar de zoektocht naar Anna is nog niet voltooid. We turen naar haar naam op de fresco's en bestuderen lege muren op zoek naar runentekens. Stoelen worden van hun plaats gehaald om de vloer te inspecteren. Ondanks al onze inspanningen blijven aanwijzingen voor Anna voor ons verborgen.

Een voortgezette zoektocht brengt runen aan het licht en leert me op een andere manier naar het noordelijke fresco kijken. Niet alleen naar de elementen die ontbreken, maar ook naar de gebruikte kleuren. Rood en groen overheersen in de schildering. Het zijn de kleuren van vruchtbaarheid en leven. Denk maar aan de rode jurk van Maria. Zelfs de sterretjes zijn rood. Vraag een kind naar de kleur van de lucht en het zegt blauw. Het gras is groen en sterren zijn ... geel (of wit). Alleen de planeet Mars heeft een rode kleur en daar hebben kinderen nog geen weet van.

Kan het hier gaan om een 'gekerstend' fresco, teruggrijpend op de voor-christelijke verering van de moedergodin? De godin van geboorte, dood en wedergeboorte? Zij die in sprookjes de levensdraad spint, verbindt met anderen en weer doorsnijdt? De archetypische moeder die leven geeft?

Naar de naam van Anna hebben we lang moeten zoeken. Pas als je ver genoeg weg staat vallen de twee (rode) vormen op bij het noordelijke fresco. Laat je oog vallen op het het timpaan en het linker poortje onderaan. Glijd met je blik nog een keer van onder naar boven en je hebt gevonden wat je zocht. Dat geldt in ieder geval voor mij 😉.


Toegangsbord bij de Magnuskerk links voor de toren



De rode Mantel van Maria

Tijdens mijn (veelvuldige) bezoeken aan oude kerken speurt mijn oog naar Maria's met een rode mantel. Dat rood was op een gegeven moment uit den boze, omdat het de vruchtbare vrouw en moeder symboliseerde. De Drievoudige Godin werd vroeger uitgebeeld in drie kleuren: wit voor de Maagd, rood voor de moeder en zwart voor de oude, wijze vrouw of Crone. Drie fasen van het vrouw-zijn maakten de cyclus compleet.
In 1649 werd door de Kerk beslist dat de Maagd Maria alleen nog maar in blauw en wit mocht worden afgebeeld. Vanaf dan moet ze worden afgebeeld in de bloei van haar jeugd, met een zacht gezicht en goudkleurig haar. Haar handen gevouwen onder haar borst of in gebed, de maan onder haar voeten en een kroon van twaalf sterren rond haar hoofd. Ze vertrapt het hoofd van de draak onder haar voeten.
Het was Spaanse kunstschilder Pacheco die deze regels voor de Inquisitie vaststelde en vastlegde in zijn Arte della Pintura.

Bron: Our Lady in Art. Met dank aan Margaret Starbird voor deze aanvullende informatie.

Verplicht bouwen op heilige plaatsen

Onze voorouders bouwden tot 1350 hun heiligdommen bij voorkeur op krachtplaatsen. Deze plaatsen werden in principe door de Kerk overgenomen en gekerstend, net zoals dit met het altaar gebeurde. Het in gebruik nemen van deze 'heidense' plaatsen gebeurde in opdracht van Paus Gregorius de Grote. Tijdens het Concilie van Tours in het jaar 567 werd het vereren van stenen, bomen en bronnen verboden. In 601 verbiedt Paus Gregorius de Grote (589-604) het verder verwoesten van heilige plaatsen. Hij geeft per brief aan Mellitus de opdracht om alle heidense plaatsen te integreren in het christelijk geloof ('de tempels van de heidenen niet te verwoesten maar met wij-water te besprenkelen en daarna in christelijke kerken te veranderen').
Het verbod om nog langer op voorchristelijke plaatsen te bouwen lijkt in relatie te staan met het uitbreken van de pest. 


Bron: Brief Paus Gregorius aan Mellitus: link





Adres

Magnuskerk, Kerkbrink 1, 9467 PH Anloo
Website: https://www.magnuskerk.nl/
De kerk is geopend op afspraak.
Mailadres: magnuskerk-kosterij@anloozuidlaren.nl
Telefoonnummer: 06-20 97 68 87


Bronnen

Bergman, Ineke, Godinnen van eigen bodem (2007)

Brochure: De middeleeuwse kerk van Anloo (2019)
Dijk, Ada van, Romaans Nederland (Zodiaque) (1994)
Kroesen, J.E.A, Verdwenen zijaltaren, artikel Nieuwe Drentsche volksalmanak 2007
Lee, Katherine Rawlings Jenner e.a, Our Lady in Art (1910), Reprint: BiblioLife, LLC 
Starbird, Margaret, De vrouw met de albasten kruik (1995)
Vleer, Wigholt, Leylijnen en leycentra in de Lage Landen (1992)

Websites

https://nl.wikipedia.org/wiki/-loo
http://www.joostdevree.nl/shtmls/hagioscoop.shtml
https://www.magnuskerk.nl/in-de-kerk/grafstenen
https://www.magnuskerk.nl/in-de-kerk/grafkelderhttps://www.heinpragt.com/symbols/runen-symbolen.php