Anloo, Anna, Spin-An en de roggeoogst

Als ik voor de tweede keer in de gelegenheid ben om de kerk in Anloo te bezoeken, gaat mijn aandacht specifiek naar het fresco van de geboorte. De os en ezel worden daar geflankeerd door vage witte vormen. In deze omgeving worden de verhalen van de witte wieven van generatie op generatie doorverteld. Hebben deze legendarische figuren hier ook een rol? En is Spin-An een afgeleide versie van Anna? 

Aangepast en uitgebreid op 4-12-2019. 

Het bekende verhaal van Maria

Het noordelijk fresco beeldt de geboorte van Jezus uit. Maria ligt in een boerenbed onder een groene deken. De ingebakerde baby ligt in de armen van zijn moeder. Samen met de os en de ezel is het verhaal compleet.
Het onderste deel van het fresco vormde oorspronkelijk een drieluik. Van het eerste stuk is uitsluitend het topje van een vleugel overgebleven. De interpretatie ervan sluit aan bij het geboorteverhaal van Maria. Er wordt verondersteld dat op het verloren deel de aankondiging van de geboorte verbeeld werd. De figuur in de rode vorm zou dan Jozef of Jezus geweest kunnen zijn. De personen die elkaar omhelzen staan voor de ontmoeting tussen Maria en haar nicht Elisabeth.

De os, de ezel en de kribbe

Me verdiepend in de beelden van het fresco ontdek ik dat de os en de ezel oorspronkelijk geen rol speelden in het kerstverhaal. Voor de zekerheid ga ik het nog even na om te constateren dat het klopt.
In het evangelie van Lucas wordt aan de herders verteld dat ze het kind zullen vinden gewikkeld in doeken en liggende in een kribbe. De stal, de os en de ezel spelen in de geboorteverhalen geen rol. Hooguit kun je je bij een kribbe een stal en wat dieren voorstellen.
Pas in het jaar 600 worden de dieren genoemd in het pseudo-evangelie van Mattheus. Hij laat de geboorte in een grot plaatsvinden. Maria verliet deze op de derde dag na de geboorte. Ze ging naar een stal en legde het jongetje in een kribbe. Een os en ezel aanbaden hem. Zo werden de losse elementen samengevoegd tot het verhaal zoals wij het kennen. En zo wordt het al eeuwenlang uitgebeeld. Het is op zijn minst bijzonder om op te merken dat de kribbe op het fresco ontbreekt.

  

Het geboortefresco op de noordelijke wand


Witte wieven aan het kraambed 

Maar er kan ook sprake zijn van een ander, voor-christelijk scenario.
Aan de rand van het bed verschijnen links en rechts drie vage vormen met oogjes. Ik geef ze de rol van witte wieven. Met name in Drenthe vormen ze een mengeling van spoken, heksen, elfen en wijze vrouwen. Het is maar in welke hoedanigheid je ze ontmoet.
Geëerd als priesteressen en godinnen worden ze door de bevolking ingeroepen voor hulp. In het fresco vervullen ze de rol van vroedvrouw en staan symbool voor de drievoudige godin.
De witte wieven zijn aanwezig bij het kraambed van Anna, de moedergodin uit de voor-christelijke periode. 
Twee oer-os kopjes aan beide zijden boven het dak verwijzen naar het Stiertijdperk, waarin de godin centraal stond. Dat is ongeveer de periode tussen 4000 en 2000 voor Christus.


Witte wieven aan het kraambed


De woonplaatsen van de witte wieven

De woonplaatsen van de witte wieven bevonden zich in de 'Stienbargen' of  hunebedden. Naast deze holle bergen waren er ook bergen die uitsluitend uit aarde opgeworpen waren. Die werden als 'barchie's aangeduid. Op de tekening hieronder zie je hoe de mensen uit de oudheid zich hun woonplaats voorstelden. 
Denk de os en de ezel die het kind vereren in gedachten eens weg. De ruimte waar de geboorte plaats vindt lijkt minder op een stal dan je op het eerste gezicht denkt. Binnen de rode vorm van het dak zijn stenen geschilderd. De vorm van een bergje komt in het fresco terug. Vindt deze geboorte dan plaats in een hunebed? 

\
Van de woonplaats der Witte Wijven (Houtsnede uit het boek 'Antiquiteiten', 1660 )


De reputatie van witte wieven

In 'Van de woonplaetsen der Witte Wijven' vertelt Picardt dat er ingevallen bergjes bestaan, die vroeger hol van binnen geweest moeten zijn. Het zijn tevens de grootste en iedereen vertelt dat de witte wijven er gewoond hebben. Mensen verklaren dat het er gruwelijk heeft gespookt, en dat men er dikwijls een deerlijk gekrijs, gekerm en weeklagen van mannen, vrouwen en kinderen gehoord heeft. Maar hij schrijft ook dat ze dikwijls naar barende en noodlijdende vrouwen zijn gehaald en die geholpen hebben, ook wanneer alles 'desperaet' was. Ze deden voorspellingen over geluk en ongeluk en wisten waar mensen hun gestolen, verloren en vervreemde goederen terug konden vinden.
Witte wieven werden met grote eerbied benaderd. Mensen die bij sommige gelegenheden in deze bergjes geweest zijn hebben daar ongelooflijke dingen gezien en gehoord. Ze mochten er 'op perikel van hun leven' niets over loslaten. Witte wieven waren sneller dan 'enig creatuur'.
Oudere bronnen vermelden dat de heuvels, die de witte wieven bewonen, nooit door mensen opgeworpen konden zijn. Er zijn verhalen over reizigers die 's nachts lastig werden gevallen en  over herders die werden weggevoerd. Ze namen kraamvrouwen met hun kinderen mee naar hun holen. Val je ze echter niet lastig, dan zullen ze je altijd helpen 😉




Zielevogel of zonnevogel?

Van het eerste deel van het drieluik is uitsluitend het puntje van een vleugel bewaard gebleven. Die vleugel wordt aan een engel toebedacht in het verhaal van de geboorte van het Christuskind. Vleugels zijn echter niet uitsluitend voorbehouden aan engelen en met het kraambed van Anna in gedachten zoek ik naar een andere invulling.

Ik vind die bij het oude zinnebeeld van de zwaan. Het witte verenpak staat symbool voor zuiverheid. Als zielevogel zou  de zwaan de zielen van ongeborenen door de lucht naar de aarde voeren. Het  dier had immers toegang tot de elementen water, het land en de lucht. 
In Germaanse sprookjes komen vrouwelijke of goddelijke wezens voor die zich in een zwaan kunnen veranderen. Als je het zwanenkleed aflegde was terugkeer onmogelijk.
Evenals de zwaan werd de ooievaar in lang vervlogen tijden gezien als zielevogel. In die rol bracht dit dier de kinderen uit het water van de schepping naar hun toekomstige ouders.
Bij de Grieken was de zwaan de vogel van de zonnegod Apollo. Een zonnevogel dus. Die zonnevogel was bij de geboorte van een god aanwezig. 
Anna werd ook in de Germaanse streken vereerd als de moedergodin. Zij was het die de zielen naar de aarde bracht. In die zin had ze eenzelfde rol als de zwaan en de ooievaar.

De middelste afbeelding laat een man zien met een groen gekleurde jas. Hij staat symbool voor de groene man, de aarde en bevindt zich in een grot. Een inwijdingsgrot, want het huwelijk met de godin vindt niet met de eerste de beste plaats. Aan de halo rond zijn hoofd kun je zien dat het hier om een ingewijde of 'heilige' gaat.

Rechts volgt dan het kussende paar. Voor mij symboliseren ze het heilige huwelijk dat jaarlijks plaatsvond om de vruchtbaarheid van de aarde af te smeken. De godin draagt een rode jas, de ingewijde man is in het groen gekleed. De vruchtbaarheid van het land was in oude tijden van levensbelang. Het ritueel van het heilige huwelijk werd gevierd op Beltane, en vindt plaats op 1 mei.

Het verhaal is nog niet af

Het fresco in de nis stelt de vlucht naar Egypte voor en vormde de achtergrond voor het altaar. Jozef is afgebeeld met een knapzak, samen met een ezel. Hij draagt een korte broek en aan het type vegetatie kun je afleiden dat het hier om een ‘buitenlands’ landschap gaat. In dit fresco zijn tientallen sterretjes geschilderd, opnieuw verwijzend naar Spin-An. In een aantal boomtakken herken ik het fleur-de-lis motief.
Het stukje over dit fresco in het blog 'godinnenkracht' geeft me een aanwijzing waaraan ik niet eerder heb gedacht. Jozef loopt met Anna en de baby door het bos. Ze zijn op weg naar andere streken. De bomen hebben een exotisch uiterlijk. Sommige takken dragen als 'vrucht' de fleur-de-lis.
De godin woonde in voorchristelijke tijden op een open plek in het bos. Zijn ze op weg naar Anloo, het heilige bos van Anna?
De prachtige geschilderde Maria met het kind maakt het plaatje rond. Haar beschrijving vind je in een eerder blog. Op de rand boven haar hoofd vind je de fleur-de-lis, symbool van zuiverheid en maagdelijkheid. Voor mij beeldt ze de moedergodin Anna uit, met aan de randen van de schildering haar naam in de vorm van een zigzaggend motief, afgewisseld met fleur-de-lis bloemen. 

Voor mij zijn de gebruikte beelden nu helder. Ik kan het verhaal van Anna van onderen naar boven en van links naar rechts 'lezen'. De zielevogel, de inwijding van de groene man en het heilige huwelijk vormen de proloog. De geboorte vindt plaats in het hunebed onder toeziend oog van de witte wieven die symbool staan voor de drievoudige godin. Na de geboorte vertrekken Anna met de baby en de groene man (of vegetatiegod) naar de open plaats in het bos. Tenslotte troont de Moedergodin daar met haar kind. Ik voeg de foto's voor de leesbaarheid nog even bij: 

  

Jozef loopt met de ezel door het bos                         De moedergodin met haar kind

De Fleur-de-lis

Het symbool van de fleur-de-lis maakt ook onderdeel uit van de Europese beeldtaal. In de tentoonstelling North & South (Catharijne Convent, Utrecht) wordt ze gedragen door Maria.
  

Fleur-de-lis tussen duim en wijsvinger  Fleur-de-lis op de staf in de linkerhand


Het visioen met de tronende God de Vader omringd door de vierentwintig oudsten. 
Staf met aan de top een fleur-de-lis
Uit: The Getty Apocalyps, commentaar van Berengaudus, Londen (?), Engeland, ca 1255-1260. Los Angeles, The J. Paul Getty Museum, Ms. Ludwig lll, fol. 3v

 Digital image courtesy of the Getty's Open Content Program.


Spin-An en de roggeoogst

De rode sterretjes in het fresco verwijzen naar Spin-An. Je kon haar het beste maar uit de weg gaan. Kinderen werden gewaarschuwd om niet te ver de korenvelden in te lopen. Als je de rogge of haver vertrapte kwam ze je achterna en spinde ze je haren mee. Om het over het slachten of levend verbranden maar niet te hebben. Kinderen werden dus flink bang voor haar gemaakt.
Andere namen voor Spin-An zijn Spinnen-Annechien, spinwief en roggewiefien. Een variatie hierop is de roggemoeder. Ook zij neemt de kinderen mee. Ze huist op plekken waar de korenhalmen net anders bewegen en dat komt echt niet door de wind, dus pas maar op.
De roggemoeder zorgde voor vruchtbaarheid. Tijdens de oogst vluchtte ze in de laatste schoof. Die werd zorgvuldig bewaard. Zij wordt gelijk gesteld met Anna.

Roggeoogst en feestdagen

De roggeoogst vond in het verleden plaats vond rond de feestdag van Sint-Jacobus. Die werd gevierd op 25 juli. In het boek Volksvermaken kom ik een stukje tegen over het oogsten van rogge in de oudheid: Sommige heiligendagen werden meer bepaald door de landbouwers vrolijk gevierd; zoo was St. Jacob een oogstfeest, waarbij "de jeugd dansende om de zaamgebonden schoven zweefde", en waar nog in Julij 1817 Cornelis Loots een lied op zong. Hij beweerde, dat Sint Jacob de wettige opvolger van de oude vrouw Ceres is. Ik frons mijn wenkbrauwen. Cornelis Loots was een Nederlandse dichter en Ceres was de Romeinse graangodin.

In het Jacobspaad wordt Jacobus de Meerdere genoemd als 'de Christelijke Ceres'. Zijn naam komt terug in de Pelgrimsroute naar Santiago (‘Sant-Yago’). In Saksische streken werd zijn feest gevierd als 'Sint Jacob in het Stro'. Een mannelijke opvolger van een Romeinse godin in dit geval. Ik ben verrast als ik de volgende weerspreuk lees: 

'Met Sint Jacob of met Sint Ann' Is het koren in schuur of ban'.

De naamdag van Sint Jacobus is op 25 juli, de naamdag van Sint Anna valt op 26 juli.
Is Sint Jacobus hier de opvolger of tegenhanger van de Keltische  godin? 

Maken we nu een sprongetje naar Engeland, dan werd daar voorheen het festival van Sint Anne gevierd op 26 juli. En wel op de Tan Hill onder de naam Tan Hill Fair. 
Tan Hill is een verbastering van Sint Annes Hill. Tan heeft de betekenis van vuur. De feestdag hing samen met een schapen- en paardenverkoop. (Tegenwoordig wordt dit feest op 6 augustus gevierd). 
Oude kinderliedjes en rijmpjes bewaren nog een herinnering aan Anne, zoals het liedje Anneke Tanneke Toverheks. 

De levensdraad spinnen

In oude tijden symboliseerden drie godinnen of spinsters de cyclus van geboorte, leven en sterven.
In verschillende tijden droegen ze verschillende namen. De Germaanse 'schikgodinnen' werden voorgesteld als spinsters. In de Germaanse tijd stonden ze bekend als Oerd, Wernandi en Skoeld.
We kennen de eerste en de laatste beter als Anna en Holda (vrouw Holle). Ze symboliseren de maan, de aarde en de zon.
De drie spinsters of jonkvrouwen prijken onder de namen Ambet, Wilbet en Borbet als drievoudige godinnen in middeleeuwse kerken.

Anna begon met het spinnen van de levensdraad. Wernandi weefde twee levensdraden samen op de bruiloft. En Holda knipte de draad door bij het sterven.
De drie spinsters kennen wij niet meer. We vinden sommige elementen nog wel terug in sprookjes. De rituelen van geboorte, trouwen en rouwen zijn belangrijke momenten in een mensenleven.
Maria nam de rol van Anna over. Dus de een herkent in het fresco de moedergodin Anna, en de ander Maria.

Sommige gebruiken verdwenen of gingen ondergronds als kinderspelletje. Anneke Tanneke Toverheks is hier een voorbeeld van. Doornroosje prikt zich aan het spinnewiel, en in het sprookje van Vrouw Holle laat de stiefzuster haar spintol (te vroeg) in de put vallen.

In Drentse sagen worden de verhalen over spinnende witte wieven levend gehouden. Zo zitten ze bij de hunebedden in de omgeving van Wasperveen te spinnen aan gouden spinnewielen. En bij Zuidwolde in de buurt werd 's nachts een spinnende vrouw gezien, in het wit gekleed. Bij het afgraven van de heuvel werden overblijfselen van een spinnenwiel gevonden. Op de Hekelenberg bij Zuidwolde tenslotte, hoorde je in stille avonden het snorren van een spinnewiel van een oud vrouwtje.

Ook de witte wieven worden in het fresco met zijn drieën afgebeeld. Ze vertegenwoordigen op mythisch niveau de drievoudige godin van leven en dood. Ze zijn erbij, in het fresco en ze vertellen hun eigen verhaal 😉.


Adres


Magnuskerk, Kerkbrink 1, 9467 PH Anloo.
De kerk is geopend op afspraak.
Telefoonnummer: 06-20 97 68 87

Bronnen

Jan Evert Musch

Biedermann, Hans, Prisma van de symbolen, Utrecht, 1993
Borman, Ruud, Witte wieven en elfen, Geesteren, 2011
Catharijneconvent tentoonstelling North & South Europese topstukken herenigd
Elerie, H en Spek, T, Van Jeruzalem tot Ezelakker , Utrecht, 2009
Gouw, Jan ter, Volksvermaken, Amsterdam, Vereniging Vrienden van het Amsterdam-boek, herdruk 1871.
Picardt, Johan, Antiquiteiten  (2008, facsimile op basis van origineel exemplaar 1660).
Sinnighe, J.R.W, Drentsch Sagenboek, Bussum, 1944
Stichting Jacobspaad, Het Jacobspaad, 2008
Tijdschrift, Kampioen, augustus 1947, nummer 8
Uyldert, Verborgen wijsheid van oude rijmen, Amsterdam

Voorgaand blog

https://jokessterrenkruid.blogspot.com/2019/09/anloo-een-kerk-met-een-oude-geschiedenis.html

Websites

https://www.magnuskerk.nl/in-de-kerk/frescos
https://www.abedeverteller.nl/witte-wieven-nevelslierten-en-grafheuvels/
https://www.geheugenvandrenthe.nl/witte-wieven
https://www.geheugenvandrenthe.nl/spokerij
http://oud-schoonebeek.nl/index.php/drenthe/29-verhalen/306-drentsche-sagen-en-legenden-verhalen
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Roggemoeder
https://www.pastscape.org.uk/hob.aspx?hob_id=216037
https://www.themodernantiquarian.com/site/3968/tan_hill.html
https://www.tribalvoices.org.uk/tan-hill-fayre-by-selena-josh/
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_os_en_de_ezel
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jakobus_de_Meerdere
https://godinnenkracht.blogspot.com/

Misschien leuk om te lezen:
http://www.twentsetaalbank.nl/docs/DmB_1957-Oud_wichelied_en_zijn_verwanten-NaardingJ.pdf

Reacties

Een reactie posten