De kerk van Rinsumageest heeft veel interessante elementen die ik graag wil zien. Zo is er in de kerk een crypte met oude zuilen, en staat er boven in het koor een replica van de Epposteen, met het portret van de oudste Fries. Buiten zijn er de oude muren, die sporen vertonen van aanpassingen en restauraties. Op het kerkhof liggen stenen die in voorchristelijke tijden gebruikt zijn om te offeren en recht te spreken. Aldus de verhalen die ik er over lees. Tijd om zelf op ontdekkingstocht te gaan...
De noordelijkste crypte van NederlandDe geschiedenis
Het dorp Rinsumageest ligt op een terp en wordt voor het eerst genoemd in het jaar 800. Het staat dan te boek als 'Ringesheim' (1). De kerk ligt iets buiten het dorp. Met de bouw ervan rond 1100 zou het de oudste kerk van Friesland kunnen zijn. De kerk is gewijd aan Sint Alexander. Hij vond de dood in de tweede eeuw in Rome. Ook de naam van Johannes de Doper wordt genoemd. Mogelijk was hij de patroonheilige.
Een deur met status
Voor we naar binnen gaan maken we eerst een ronde langs de buitenkant van de kerk. De kerkdeur bevindt zich in het westelijk deel van de noordmuur. De toegangsdeur is afkomstig van de Eysingastate in Rinsumageest. Het is met recht een deur met status 😊.
Foto Eysingastate (copyright Henk Talma, bron) Toegangsdeur kerk Anno 1647 Verbouw 1805
De kerk
De muren van de kerk vertellen een heel verhaal. Dat kan ook bijna niet anders, want hij gaat letterlijk al eeuwen mee. Er is begonnen met de bouw van het koor, waarna het schip met twee lage zijbeuken volgde. De kerk had daarmee de vorm gekregen van een eenvoudige basiliek. Daarmee was de kous af zal je denken. Maar niets is minder waar.
In de zestiende eeuw is de kerk verkleind. De noordbeuk werd afgebroken en de zuidbeuk werd verhoogd. Wat we nu zien is een kerk die bestaat uit twee delen: een tufstenen Romaanse noordbeuk en een Gotische zuidbeuk uit 1525.
Het koor en de noordmuur vormen het oudste deel van de kerk. Als je goed naar die noordelijke muur kijkt zie je dat die eerst de functie van scheiding met de middenbeuk had.
Onder de vloer van de crypte zijn oude graven gevonden (O.Z.O. gericht). Ze moeten veel ouder zijn dan de periode waarin de crypte gebouwd werd. De graven worden gedateerd in de achtste eeuw. Ze zouden rond een waarschijnlijk houten kerkje gelegen hebben.
Dat kerkje moet kleiner en ouder geweest zijn dan de voorganger van de huidige kerk (2). Sporen ervan zouden zich in dat geval onder de fundering van het huidige kerkje bevinden. Hoe dan ook lijkt het erop dat er hier lang voor de bouw van de twaalfde eeuwse kerk begraven werd. De oost west oriëntatie wijst dan op een oude christelijke gewijde plaats.
De muren van de kerk vertellen een heel verhaal
Deel van de noordmuur De toren dateert uit 1610
Een verweerde epitaaf
Aan de buitenkant van de oostmuur van de zuidbeuk (ja, dat is even oriënteren 😉, maar op de foto kun je het goed zien) is een verweerde epitaaf in de muur gemetseld. Een epitaaf is een herinneringssteen (3). Deze steen heeft waarschijnlijk een plaats in de kerk gehad. Tijdens de Franse Revolutie is deze beschadigd. Statussymbolen werden uitgebannen onder het motto: 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'.
De buitenkant van de oostmuur van de zuidbeuk
De epitaaf ter herinnering aan Syds Tjaerda en Moedt van Sythiema
De crypte
Het koor sluit aan op de oorspronkelijke middenbeuk. Onder dat kleine koor bevindt zich een kleine crypte. Ik heb iets met cryptes. Ik zie dan de donkere ruimte voor me zoals die ooit geweest moet zijn, verlicht met kaarsen en een altaar met heiligenbeeld. De crypte diende oorspronkelijk voor het bewaren en vereren van relieken. In de noordmuur van de kerk bevond zich een hagioscoop, waardoor je deze kon bekijken.
De crypte ligt onder het koor en op het eerste gezicht zou je denken dat die ook ouder was. Maar dat blijkt niet het geval. Uit onderzoek (1977) komt naar voren dat deze ingebouwd zou zijn in het begin van de zestiende eeuw (4).
Door de mooie zuiltjes met bijzondere kapitelen waan je je toch in de twaalfde eeuw. De zuiltjes stammen ook uit die periode. Ze hebben spiralen, touwmotieven, bladornamenten. Het zijn zogenaamde koronthiserende kapitelen. Ze zijn als ik het goed begrijp afkomstig uit het klooster Klaarkamp. Dat is in 1580 ontmanteld. Hergebruik in deze kerk zou dan aannemelijk zijn.
De zuilen in de crypte en het bewaarde hoofdaltaar
Mag ik u Eppo even voorstellen?
In het koor staat een replica van de zogenaamde 'Epposteen'. Het is het deksel van een stenen doodskist met het oudste portret van een Friese edelman. Zijn naam was Eppo. Je vindt die terug op de rand van de steen. Vrij vertaald luidt de tekst op de steen: 'hier ligt onze lieve Eppo in de aarde. Wie hierlangs komt, bid voor hem'. Hij is afgebeeld met een polsstok. Eppo woonde vermoedelijk op de Tjaardastate en is in 1341 in deze kist begraven. De kerk staat naast de voormalige Tjaarda state.
De zerk is na de vondst geplaatst tegen de kerkmuur van Rinsumageest en later aan het museum geschonken. Daar wordt hij tentoongesteld (5). Het is verleidelijk om de foto rechtop te plaatsen maar dan komt de afbeelding erg ongelukkig over. Dus toch maar liggend.
Replica Epposteen in de kerk De echte steen in het Fries Museum
Twee tekeningen van de steen in de kerk, die op zich nogal verschillen.
De eerste is gemaakt door W. Albarda in 1863. Daar heeft de man een speer in zijn hand.
De tweede tekening is beter gelijkend. Eppo draagt een polsstok in zijn linkerhand.
Het kerkhof
Om de kerk ligt het kerkhof met de ingang in het noord-oosten. Vanaf de ingang voert een laan naar de kerk. Om het kerkhof ligt een vierkant pad, met aan beide kanten lindebomen. En daar omheen ligt een gracht. Je kon er in het verleden niet zomaar in. De toegang was met een rooster afgesloten (of met een soort draaihek?). Waren de roosters bedoeld om het vee te keren?
Er wordt geopperd dat het terrein voor twee doeleinden diende. Enerzijds de cultusplaats, anderzijds de plaats waar rechtgesproken werd. De vierkante 'wandeling' om het gebied zou dan een duidelijke begrenzing vormen tussen kerkhof en dorpsgebied (Schuyf, 1997).
De wandeling
Die wandeling zie je nog op veel Friese kerkhoven terug. Het wordt ook wel het lykpaed genoemd. Voordat een dode werd bijgezet ging men één of tweemaal voorbij het graf, met de zon mee, om de kerk langs dit pad. Na de graflegging maakte men nog eenmaal deze ronde terwijl de klokken luidden. Ook nu nog wordt dit gebruik in ere gehouden.
Napjes stenen
Op het kerkhof zijn twee stenen te vinden met ronde boorgaten. Ze worden 'napkestienen' genoemd. De naam 'nap' geeft al aan dat je er iets in kunt bewaren. Volgens de annalen werden er offers in gestopt. Je kan hierbij aan vloeistof denken, een plengoffer. Het gruis dat bij het boren ontstond werd door vrouwen gebruikt in de hoop om vruchtbaar te worden.
De kommetjes maken deel uit van een steenkrans van kleine granietkeien aan de randen van het grafveld. Het waren dus niet 'zomaar' stenen of keien. De plaats waar de kerk staat moet in de oudheid een belangrijke cultusplaats zijn geweest.
Op de site van de Belemniet lees ik dat er vroeger meer geweest moeten zijn. En dat er muntjes ingelegd werden als offer. De informatie komt van een inwoner van Rinsumageest. Bij de muntjes moet ik gelijk denken aan de tandenfee die vroeger je tandjes meenam en er iets voor in de plaats legde. Wie haalde die muntjes er uit? En wat kreeg je er voor in de plaats? 😊. Overigens heb ik wel eens grotere stenen met kommetjes gezien.
Glazema stelt dat de napjes waarschijnlijk wel een godsdienstige betekenis hebben gehad, maar dat je ze niet zondermeer kan beschouwen als kommetjes om kleine offergaven in te leggen of er vruchtbaarheidssymbolen in te zien. Over de functie van de napjesstenen of näpchensteine is nog veel onbekend. Ze bevatten in de regel meer kommetjes, soms onderling verbonden door enige versierende in de steen gekraste lijnen, soms nog voorzien van radvormige zonnetekens. De napjes zouden vaak te vinden zijn in de randen van de opstaande stenen, die tezamen een steengraf vormen. Hij verwijst hier in een noot naar Karl Helm, 1913 pag. 231 e.v.
Een van de twee napjesstenen Steen met kommetje (Malta)
Gerechtsstenen
Bij de noordelijke deur van de kerk liggen ook vier stenen. Maar die hebben een andere functie. Ze werden gebruikt voor officiële bekendmakingen.
Volgens een legende werden de kinderen van Rinsumageest onder deze stenen geboren. Dat is weer eens wat anders dan gebracht worden door de ooievaar 😉.
Drie van de vier gerechtsstenen
Persoonlijke ervaring
'De kerk van Rinsumageest heeft veel interessante elementen die ik graag wil zien', schrijf ik in de inleiding. Dat deel van de missie is zeker geslaagd. Met het waarnemen ging het mis. Al na korte tijd leek het of de energie 'een loopje met me nam'. Dat was nadat in de crypte bleek dat de reserve batterij van het fototoestel zoek was. En voor de volledigheid: de andere was leeg. Dus wat te doen? Het jammere was dat ik me niet bewust was van de verwarring die daarmee ontstond. En gezien het feit dat ik niet om de hoek woon is het wachten op een nieuwe gelegenheid. Komt vast een keer goed 😉.
Leylijnen
De kerk van Rinsumageest staat op een leylijn tussen Leeuwarden en Dokkum (Geysen p.129).
Verder maakt Rinsumageest deel uit van de lijn Hallum - Wanswerd - Rinsumageest - Damwoude - Kollum - Boerum - Noordhorn - Aduard. Deze sluit aan bij het lijnensysteem ontdekt door Herbert Röhrig in Oost - Friesland. Zijn boek is op dit moment niet verkrijgbaar (zie bronnen). Dat is wel jammer. De tot nu toe gevonden lijn is voor zover onderzocht 150 kilometer lang (Geysen p. 130).
Zonnewendelijnen
Bij Geysen lees ik over zonnewendelijnen, waarbij je vanaf de ene kerk de zon kan zien verschijnen achter de andere kerk. Hij noemt een zomerzonnewendelijn en een winterzonnewendelijn in zijn boek 'De Oude Wijsheid'.
De noord-oost gerichte zomerzonnewendelijn loopt vanuit het centrum van Leeuwarden via Rinsumageest, Dokkum en Lioessens naar de kust (6). Vanaf de
Een nog langere zuid-oostelijke winterzonnewendelijn van 45 kilometer vertrekt van Blija via de kerk van Lichtaard, naar de kerken van Rinsumageest, Broeksterwouden, Twijzelerheide, Kootstertille , Drogeham en Harkema naar Haulerwijk. Deze lijn is gericht op de winterzonnewende.
Hoewel sommige kerken op de lijn vrij recent zijn, kan een vroegere kerk of ander richtpunt een baken in het veld zijn geweest aldus de schrijver. Toeval of uitgelijnd? Wat denken jullie?
Zonnewendelijnen (bron: Geysen)
Kaart uitsnede Google Earth
Met dank aan onze gastheer Rients van Wieren en de organisatie van deze dag door Klaas van der Meulen.
Derde bezoek: Kerk Rinsumageest
Adres
Juckemawei 3, 9105 KA Rinsumageest
Noten
(1) Op de goederenlijst van het klooster Fulda wordt rond 800 (de terp) Ringesheim genoemd. Deze naam is waarschijnlijk afgeleid van het oud-friese begrip "hring", wat een slingerend watertje is.
(2) Bij opgravingen werd ontdekt dat een muur aan de noordkant van de kerk op 'zeer zware keien' was gefundeerd (Glazema)
(3) Het epitaaf was gewijd aan Syds Tjaerda en Moedt van Sythiema, gestorven resp. 1545 en 1557.
(4) Tot voor kort werd aangenomen dat de crypte uit de twaalfde eeuw dateerde. Onderzoek in 1977 wees uit dat de funderingen van het koor ouder waren dan die van de crypte. De crypte zou een latere toevoeging zijn, zeer waarschijnlijk aangelegd in het begin van de zestiende eeuw. Dus gelijk met de bouw van de nieuwe zuidbeuk (van Deijk).
(5) De Epposteen maakt deel uit van de tentoonstelling 'ferhaal van fryslân' t/m 31 december 2021
(6) Geysen noemt als voorbeeld drie plaatsen in België die op een noord-oost gerichte lijn liggen. Het gaat om de lijn Hove, Vremde en Millegem.
Een waarnemer aan de kerk van Hove ziet de zon op 21 juni achter de kerk van Vremde opkomen.
Een waarnemer aan de kerk van Vremde ziet de zon achter de kerk van Millegem verschijnen.
Omgekeerd ziet men van de kerk in Millegem op 21 december de zon ondergaan achter de kerken van Vremde en Hoven.
Eerdere blogs
Bronnen
Deijk, Ada van, Romaans Nederland, zj, p. 28, 270, 335
Geysen, Cois, De Oude Wijsheid, 2008, p. 38, 71, 128-130.
Glazema, Gewijde Plaatsen in Friesland, 1948, p. 170, 171, 286 en bijlage
Hij verwijst naar: Röhrig, H, Heilige Liniën durch Ostfriesland (Staatsarchief in Aurich, 1930).
Schuyf, Heidens Nederland, 1997, p. 106-108
Schuyf, Judith, Heidense Heiligdommen, 2019, p. 280-281
Steensma, Regn, Langs de oude Friese kerken, zj, vierde druk, p. 15
Websites
Reacties
Een reactie posten