Aduard: de abdij en de lichtverschijnselen

Als we er toch in de buurt zijn, wil ik heel graag het plaatsje Aduard bezoeken. 'In de buurt'  betekent in dit geval een uurtje rijden. Maar het is een kippeneindje vergeleken met de afstand vanuit de Randstad. Aduard betekent: 'oude wierde'. Ik wil erheen omdat er op die hoogte in 1192 een abdij gesticht is. En wel omdat er op die plaats dikwijls talrijke lichten in het nachtelijk uur waren verschenen. Het staat geschreven in de abtenkroniek van Aduard. Het klooster heeft er tot de opheffing in 1594 gestaan. Wat ervan rest is de ziekenzaal, omgedoopt tot de huidige kerk. We gaan er een kijkje nemen...

N.B. Over het klooster zelf en de Cisterciënzers vind je meer informatie onder de streep.  

Detail oude tegelvloer

Aarde energie en lichtverschijnselen

Het plaatsje Aduard ligt zo'n 8 kilometer ten westen van Groningen. In de Middeleeuwen werd hier op een onbewoonde wierde een klooster gesticht door de Cisterciënzers. In de Abtenkroniek van Aduard staat beschreven 'dat er op die plaats dikwijls talrijke lichten in het nachtelijk uur waren verschenen, naar vrome overtuiging van wat komen zou. Daarom werkten de gelovigen, door devotie in vuur en vlam gezet, eendrachtig aan de bouw van het klooster, in de hoop dat dit werk welgevallig zou zijn aan de almachtige God, die deze plaats zo overduidelijk van te voren had aangewezen'. 

De abdij is volgens de annalen dus op een uitgekozen plek gebouwd. De vertalers plaatsen er de kanttekening bij dat dergelijke voortekens een gangbaar vertelmotief vormden. Dit gold ook bij kloosterstichtingen in de vijftiende eeuw. Daarbij is het eerste deel van de kroniek in die tijd geschreven, dus met terugwerkende kracht. 
Toch is hiermee het verhaal van de lichtverschijnselen voor mij niet van de baan. Dat oude kerken en klooster gebouwd zijn op uitgekozen plaatsen staat voor mij buiten kijf. Ik ga op zoek naar aanvullende informatie en vind die bij Vleer en bij Geysen. 
Vleer noemt op pagina 24 van zijn boek zes aanwijzingen voor het bepalen van de plek voor de bouw van een kerk (of klooster). Plaatsen waar lichtverschijnselen werden waargenomen is er een van. Hij schrijft dat de abdijkerk naast de kern van een  leycentrum is gebouwd en dat daar op paranormale wijze een enorme ahorn (esdoorn) met lichte bladeren is waargenomen.
Geysen vermeldt dat de abdij gebouwd is op een vrij brede breuklijn. Dat zou de verschijnselen van de lichten kunnen verklaren. 
Er lijkt hiermee een verband te bestaan tussen de onverklaarbare lichtverschijnselen en geologische spanningen in de aardkost. Ik kan daarin meegaan. 

Een nieuw klooster stichten

In gedachten zie ik ze lopen: de twaalf monniken en de abt. Ze zijn op weg om een nieuw klooster te stichten. De afstand vanaf Rinsumageest is zo'n 40 kilometer. Hebben ze de toekomstige vestigingsplaats al in gedachten? Zijn de verhalen van de lichtverschijnselen bij hen bekend? Hadden ze weet van de energie van de aarde? Of was het de boom die hun aandacht trok?
Ze strijken neer in Aduard op een onbewoonde wierde. Helemaal onbewoond zal de wierde overigens niet geweest zijn, want op een oude kaart uit het jaar 500 duikt het plaatsje al op. 



Foto van kaart in museum Sint-Bernardushof

Op 5 juni 1192 wordt het klooster Sint Bernardus op de wierde van Aduard gesticht. Het is de feestdag van Sint Bonifatius. In het begin beschikken de monniken over twee houten noodgebouwen. Het staat er heel  poëtisch: 'De eerste abt dan, heer Wibrandus, een nederig en vroom herder van dit klooster, leefde met een kleine kudde, namelijk twaalf monniken, naast de Noorderpoort in twee huizen waarvan het ene de kapel en het andere de slaapzaal was. Ze zijn tot op de dag van vandaag intact, en doen dienst als gasthuis voor mannen en vrouwen'. 

Bouwen in steen

In 1205 werd begonnen met de bouw van een stenen kerk, die al snel te klein bleek. In 1240 werd er een begin gemaakt met het bouwen van een grotere kerk van baksteen. De nieuwe abdij moest gebouwd worden naar het voorbeeld van Clairvaux. Dat was de abdij die de heilige Bernardus had laten bouwen en waar het klooster naar genoemd was. Zo staat het in de kroniek. 
Daarin wordt specifiek vermeld dat er een bouwmeester met zijn zoon naar Frankrijk werd gezonden om daar de kerk te bekijken. De taak van deze bouwmeester was zo belangrijk, dat hij het recht kreeg om in de kerk zelf begraven te worden. Een grotere eer kan je niet bedenken. 
Misschien heeft hij meerdere kerken bezocht want de plattegronden van beide kerken komen niet helemaal overeen. Dat de abdij naar Frans voorbeeld gebouwd zal zijn is aannemelijk genoeg.  

Vanwege het ideaal van soberheid en eenvoud waren de gebouwen niet onnodig gedecoreerd. Zo waren er wel glas-in-lood ramen, maar ongekleurd. De bouwmeesters maakten gebruik van metselpatronen om variatie aan te brengen. Dat is op de onderstaande foto goed te zien. 


Ziekenzaal met verschillende metselpatronen 
 
De onderstaande foto is gemaakt door Erwin Meijers (website) en geeft het beeld weer dat de Weense kunstenaar Georg Sturm 1855 - 1923) van het monnikenwerk omstreeks 1200 had. 


Vierde tegeltableau Rijksmuseum, Amsterdam, zijde Hobbemakade 

De inrichting van de abdijkerk was in beginsel sober. Naast een aantal altaren waren er eenvoudige houten kruisbeelden, die meegedragen konden worden tijdens processies. 
In de abtenkroniek lees ik over kruisen waaraan 'mirakelen' verbonden zijn en een ervan wordt 'voorzien van zeer grote relikwieën'. Dat dit laatste speciaal vermeld wordt is een teken dat het groter was en / of rijker versierd moet zijn geweest dan de regels voorschreven. Verder wordt er melding gemaakt van een paar beelden. 

Het klooster groeide uit tot een van de bekendste en rijkste van Nederland. Er kwamen veel belangrijke en geleerde mensen bijeen. Er wordt zelfs gesproken over een 'Aduarder Kring'.
Naast de koormonniken waren er monniken die op het land werkten, voor dijken en inpolderingen zorgden en voor de bouw verantwoordelijk waren. Dit waren de lekenbroeders of conversen. 
De eersten hadden de verplichting om binnen het klooster te blijven, de laatsten namen het praktische werk op zich. De bouwmeester die naar Frankrijk gestuurd werd was een convers.
Beide groepen werden binnen het klooster gescheiden. Dat geldt voor alle ruimtes die er waren. Zo waren er aparte ziekenzalen voor de koormonniken en de conversen.  

Het klooster is in 1580 geplunderd en in brand gestoken. Alles van waarde ging verloren, denk aan de bibliotheek en de kunstschatten. Het heeft er gestaan tot de opheffing in 1594, waarna het werd afgebroken. Wat rest is de oude ziekenzaal, die na de reformatie in gebruik is genomen als protestantse kerk. Dit is het oudste medische gebouw van Nederland.  


Maquette klooster: Museum Sint Bernardushof 
Het grijze gebouwtje is de voormalige ziekenzaal

De voormalige ziekenzaal

Binnenkomend is de oude vloer het eerste wat de aandacht vraagt. Samengesteld uit kleurige tegels is er een patroon met cirkels die deel uitmaken van een kruisvorm. 
Via een wandscherm krijg je een indruk van hoe de ziekenzaal er in het verleden heeft uitgezien. Als je naar die wand kijkt zie je dat je die vloer in gedachten moet verplaatsen. 
Op het scherm zie je een aantal monniken geprojecteerd die een stervende monnik de laatste zegen geven. Een beetje onparlementair gezegd: als je daar naar toe werd gebracht dan wist je dat het einde naderde. Je stierf dan letterlijk op het kruis. 


Ontwerp van het kruis met vier cirkels


Dit kruis lag oorspronkelijk op de plaats waar het scherm staat

Energie ervaren

Er vanuit gaand dat de abdij op een leycentrum gebouwd is ben ik heel nieuwsgierig of er nog iets van energie terug te vinden is. Ik richt me daarbij op de plaats waar de kerk moet hebben gestaan. 
Het geluk is met mij 😊. Je kan een wandeling maken langs de contouren van het voormalige klooster. De route begint bij het kloostermuseum. Er staan zeven digitale zuilen met extra informatie. Nog leuker is dat de contouren van de voormalige abdijkerk gemarkeerd zijn op de plattegrond (Aduard 3D). 
Halverwege de Schoolstraat zijn de eerste lijnen ervan in het straatpatroon aangebracht. De route volgend komen we aan in de Kloosterstraat en begin ik energie waar te nemen. Een blik op het kaartje wijst uit dat we aangekomen zijn in het transept van de abdij. Het verbaast me wel en niet dat er nog iets van de uitstraling waarneembaar is. Maar ik voel de prikkelingen voor ik me realiseer dat we bij het transept aangekomen zijn. 
Nieuwsgierig naar het punt waar het hoofdaltaar gestaan moet hebben nemen we een zijpad. Waar het koor ooit gestaan heeft staan nu huizen met tuinen. Je zal maar op zo'n uitgelezen plekje wonen...


Markeringen in de straat
Leylijn

Vleer schrijft dat Aduard deel uit maakt van een leylijn van 66 kilometer die via Gerkesklooster naar Wijnaldum loopt. Er zouden in Aduard 28 kerkelijnen samenkomen. 
Geysen vermeldt dat de abdij gebouwd is op een vrij brede breuklijn. De lijn Hallum - Wanswerd - Rinsumageest - Damwoude - Kollum - Boerum - Noordhorn - Aduard sluit aan bij het lijnensysteem ontdekt door Herbert Röhrig in Oost - Friesland. Zijn boek is op dit moment niet verkrijgbaar (zie bronnen). Dat is wel jammer. 

Dank

Dank aan Erwin Meijers voor het mogen gebruiken van de foto van het tegeltableau




Cisterciënzers

De Orde van de Cisterciënzers is gesticht in 1098 door abt Robert van Molesme. Hij was een benedictijner abt, maar scheidde zich af om terug te keren naar de eenvoud en soberheid die de regels van de Benedictijnen voorschreven. Hij stichtte een abdij in Cîteaux, waar de naam Cisterciënzers vandaan komt (Citeaux - Cisterium in het Latijn). 
Met de komst van St. Bernardus van Clairvaux kreeg de Orde een belangrijke impuls. Hij stichtte het gelijknamige klooster in Frankrijk. Het Friese klooster Klaarkamp is het eenenzeventigste dochterklooster van Clairvaux  (1165, bij Rinsumageest). 
Het klooster Sint Bernardus  is de tweede 'dochter' van het oudere klooster Klaarkamp.

Bouwen in steen

De Cisterciënzers waren de eersten die het gebruik van bakstenen in Nederland hebben toegepast. Voordien werd er gebouwd met tufsteen. Dat hadden we hier niet beschikbaar. We lieten het aanvoeren via de Rijn. Vanuit Utrecht en Deventer werd het daarna verhandeld.  
De monniken maakten gebruik van eigen steenovens. Tijdens archeologisch onderzoek zijn sporen van 'tichelwerk' gevonden vlak naast het kloosterterrein. 

De ziekenzaal

De ziekenzaal die bewaard is gebleven bevatte een kapel en een altaar. Deze is in 1297 gebouwd door abt Henricus I en was bestemd voor de koormonniken. De stelling dat de ziekenzaal bestemd was voor de koormonniken wijkt af van dat van de Rijksgebouwendienst (1992), en is in de abtenkroniek onderbouwd. 
De ziekenzaal voor de conversen of lekenbroeders werd in een recordtijd van zes weken gebouwd tijdens de afwezigheid van abt Eylardus (1315-1329). Hij had vanwege de hoge kosten toestemming voor de bouw geweigerd. Ook deze zaal bevatte een altaar. 
Daarnaast hadden zieke monniken speciale privileges. Ze hadden het recht om vlees te eten en het recht om een bad te nemen. Er was voor hen een aparte vleeskeuken en een vleeseetzaal. 

Klooster of abdij

De termen klooster en abdij worden in de verschillende bronnen door elkaar gebruikt. In dit geval zijn beide van toepassing: 'Een abdij is een geheel van gebouwen dat gebruikt wordt door monniken of nonnen van een kloosterorde, onder leiding van een abt of abdis. Een van de belangrijkste gebouwen in een abdij is het klooster, dat ook los van een abdij kan bestaan en dan onder leiding van een prior of overste staat'.

Adres

Abdijkerk: Burgemeester Seinenstraat 42 Postcode 9831 PX
St. Bernardushof: Hofstraat 45 9831 RB Aduard www.kloostermuseumaduard.nl

Bronnen

Brochures St. Bernardushof en Aduard 3D 
Geysen, Cois, De oude wijsheid, 2008, p.92, 95, 130-131, 138-139
Holt, Philip, Schiere Monniken en grijze vrouwen, 2015 
Molenbroek, Jaap van e.a, De abtenkroniek van Aduard, 2010
Muskee, Hans, Dochters van Aduard, 2014
Vleer, W, Leylijnen en leycentra in de Lage Landen, 1992, p. 24, 26, 71

Röhrig, H, Heilige Liniën durch Ostfriesland (Staatsarchief in Aurich, 1930).



Reacties