De kloosterkapel van Sybrandahuis ligt op loopafstand van het verdwenen klooster Klaarkamp. Omdat we te vroeg zijn maken we vooraf alvast een rondje rond de kerk. In een klap word ik verliefd op dat oude kerkje dat met zijn muren alleen al een heel verhaal vertelt. Binnen liggen er oude grafzerken met leeftijdskoppen. Ze beelden de vier fases van de levenscyclus uit...
Een rondje rond de kerk
We beginnen letterlijk met een rondje rond de kerk. Het eerste dat opvalt is de enorme stilte die hier heerst. Je hebt stilte en Stilte. Hier overheerst Stilte. Niet alleen rond de kerk, maar in de hele omgeving ervan. Het is alsof je een bubbel van rust binnengaat.
Kloosterkapel vanaf het noorden gezien
Kloosterkapel met dakruiter vanaf het zuiden gezien
Een kerkje uit de dertiende eeuw
Bij de eerste verkenning wordt al snel duidelijk dat het hier gaat om een heel oud gebouwtje. Er is flink verbouwd en veranderd in de loop van de tijd en de sporen daarvan zie je in de muren terug. Ik vind dat altijd fascinerend, om te zien hoe er gepoogd is om dingen aan te passen. Rondom het kerkje bevindt zich het kerkhof en daaromheen ligt een gracht. Ligt het wel of niet op een terp? Hierover verschillen de meningen. De een zegt van wel, de ander van niet. Het kerkje zelf ligt verscholen onder hoge bomen. Er staan een paar huizen en boerderijen omheen en dat is het dan.
De kerk is ooit iets langer geweest naar het westen toe. Daar heeft een klokkenstoel tegen de muur gestaan. Dat is een meestal houten stellage waarin klokken zijn opgehangen. De plaats waar die heeft gestaan is gemarkeerd en bezet door een paar zerken. Op het kerkje staat nu een dakruiter.
Ik vind het fascinerend om te zien hoe er in de loop van de tijd gerestaureerd is
In het midden de oorspronkelijke toegangsdeur
Kapel bij een state
Direct ten oosten van de kerk heeft het huis Sterkenburg gestaan. Het behoorde aan de familie Tjaerda van Starkenborg. Waarschijnlijk is het kerkje een kapel van deze state geweest (1). De grafkelder van deze familie ligt in het koor van het kerkje.
De woorden stins en state worden in de bronnen door elkaar gebruikt. Vaak is het zo dat een stins uitgroeide tot een groter huis, dat een state werd genoemd. Van 't oude huis Sterkenburg was in 1785 alleen nog maar de Wier over.
Om een goed beeld te krijgen is het even puzzelen. Het oorspronkelijk Friese woord stins betekent steenhuis. Een wier is een kleine motte in Friesland. Een motte is een afgeplatte aangelegde aarden heuvel waar een veelal torenvormige versterking op staat. Het verdedigbare stenen huis lag dus op een hoogte en in 1785 was er alleen de heuvel er nog.
Nu staat er op die plaats een boerderij met de naam Starkenborg, gebouwd in 1868.
Het kerkje van binnen
Van binnen is het kerkje eenvoudig en tegelijk is er veel te zien. Op het podium (voormalige koorruimte) staat een klein orgel en aan de noordelijke muur hangen twee oude, mooi versierde planken. Op diezelfde muur is een klein stukje blootgelegd met oude wandversiering.
In het koor staat een kabinet orgel
De versierde planken Muur met oude wandversiering
Altaarbladen hergebruikt
Voor het koor liggen twee originele altaarbladen in de vloer. Dat ze in gebruikt zijn geweest als altaar kun je zien aan de nog bestaande wijdingskruisjes. Het blad aan de rechterkant heeft een licht trapeze vorm. Het ziet er naar uit dat de bladen zijn hergebruikt als grafzerk.
Hergebruikt altaarblad bij het koor
Grafzerken met leeftijdskoppen
Terwijl ik naar de lange rij grafzerken kijk, die als een loper door het midden van de kerk ligt, valt het me op dat er bij zijn met vier 'medaillons' op de hoeken ervan. Ik ken ze van de
zerken van priesters en heb ze eerder gezien in Tholen. Althans, dat dénk ik tot ik beter kijk...
Want als het om priestergraven gaat liggen er hier wel heel veel bij elkaar. Dus buig ik me dieper over de stenen en zie dat er vier verschillende koppen opstaan. Ze beelden de vier fases van de levenscyclus uit. De stenen lijken zich te beperken tot mannen. Dat vind ik dan wel weer bijzonder...
Nu ik ze een keer gezien heb kom ik ze overal in de kerken tegen. In Rinsumageest waar we later deze dag te gast zijn, maar ook in de Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden waar we even binnenlopen.
Even voor de duidelijkheid: ik kom ze overal tegen in deze omgeving. Ik weet niet waar ze nog meer te vinden zijn en tot hoever de grens reikt. Dus als iemand die dit leest dit weet, houd ik me aanbevolen 😉.
Omdat er in deze kapel ook concerten en muziekuitvoeringen plaatsvinden is er later een keukentje en een toilet aangebracht. De rij grafstenen eindigt in het toilet. Zo wordt die ruimte wel een plaats om je te bezinnen...
Levensfases uitgebeeld op zerken: boven: jonge man, volwassen man
Onder: oudere man en het levenseinde: de dood
Een enkele keer zijn deze twee symbolische koppen omgedraaid
De vitrine met de kinderpot
Voorin de kerk zijn links en rechts vitrines opgesteld. Dat wat er gevonden is bij de restauraties in 1977 is er tentoongesteld. Naast soorten stenen en dakpannen zijn er delen van dierlijke en menselijke skeletten gevonden.
De vitrines hebben mijn extra belangstelling, vanwege de kogelpot die er tentoongesteld is. Dat waren potten die in de middeleeuwen gebruikt werden als huisraad. Dus om het voedsel te bereiden of op te dienen.
In dit soort potten zijn ongedoopte baby's in foetushouding begraven. En wel aan de noordelijke kant van de kerk, in ongewijde grond. Zo dicht mogelijk bij de heg van het kerkhof. Deze kinderen hadden geen recht op een christelijke begrafenis omdat ze overleden voor ze gedoopt konden worden.
De vraag is waarom deze kindjes niet in een heel klein kistje werden gelegd. Had die foetushouding voor de ouders een diepere betekenis? En dan is er nog het verhaal van de dwaallichtjes of schimmen die boven de moerassen en de heidegronden zweefden. Daarvan werd gedacht dat het hun dolende zieltjes waren. Een mengeling van hoop, angst en bijgeloof. Wat een verdrietig verhaal...
Foto links: bovenste plank: skelet delen dieren Onderste plank: skeletdelen mensen
Foto rechts: De kogelpot of kinderpot
Stenen en dakpannen gebruikt bij de bouw van het klooster
De dakpannen (links onder) worden monniken en nonnetjes genoemd. Ze passen op elkaar.
Of monniken en nonnetjes dat ook toegestaan werd?
Het Kloosterpad en de Goddeloze Singel
Het kerkje ligt op een terp aan een middeleeuws Kloosterpad. Het is bijna 40 kilometer lang en loopt van Dokkum naar Drachten. Het pad werd in de middeleeuwen aangelegd maar in 1453 verbeterd. Dat was nodig om de monniken tijdens hun handelsreizen te beschermen tegen dieven en rovers. Er werd een oorkonde opgesteld, die door alle wereldlijke en geestelijke gezagsdragers ondertekend werd. Op misdrijven tegen kooplieden stonden flinke boetes. En als je die niet kon betalen dan kreeg je ervan langs.
Het pad voerde vanaf Klaarkamp langs de kloosters van Dokkum en Burgum naar Drachten. Het kon dus met recht een kloosterpad genoemd worden. Onderweg kwam je langs Veenwouden. Een stukje weg tussen Rinsumageest en Veenwouden is nooit verhard en staat te boek als de Goddeloze Singel. Die doet zijn naam natuurlijk geen eer aan. Zeker niet als onderdeel van een monnikenpad.
Over de singel ligt een bruggetje met een knik. Daaraan dankt het zijn naam de Skilige Piip (Schele Pijp). Dan is er ook nog een Goddeloos Tolhuis dat aan de Goddeloze singel stond. Dat beloofde niet veel goeds. Er bestaan dan ook talloze spookverhalen over die buurt.
Zo woonde er bij het tolhuis eens een woeste visser in een oud vervallen woonbootje. Het was een vreemde man die zich nergens aan stoorde. Hij kon met recht de duivels uit de hel vloeken. Dat was dan ook heinde en ver te horen. Aan het eind van zijn leven werd de visser ernstig ziek. De bewoners van het tolhuis namen het op zich om voor hem te zorgen. Ze zaten dag en nacht naast zijn bed. Op het moment dat een van de wakers een paar minuten weg was om een luchtje te scheppen greep de duivel zijn kans. De visser werd naast zijn bed gevonden met zijn hoofd naast zijn romp. Want zeg nou zelf: wie kan dat anders gedaan hebben?
Energie
Het kerkje met het kerkhof ademt een heel stille energie. De stilte strekt zich ook verder in de omgeving uit. Misschien ook niet zo vreemd omdat het zo dicht bij Klaarkamp ligt. Toch ervaar ik de sfeer op het moment dat wij er zijn duidelijk anders, bijna zachter. Voor mijn gevoel staat het kerkje op een plek die door een eigen energie gevoed wordt.
Met dank aan onze gastvrouw Joke de Vries en de organisatie van deze dag door Klaas van der Meulen.
Tweede bezoek: Bijzondere grafzerken in de kloosterkapel van Sybrandahuis (Sybrandahûs)
Adres
Kloosterkapel Burdaarderstrjitwei 4, 9106 GA Sibrandahûs
Informatiebord
Noten
(1) De naam kloosterkapel kan je het idee geven dat de kapel bij het klooster hoorde. De monniken zullen het wellicht wel gebruikt hebben, maar voor een uithof lag het te dichtbij. Het is waarschijnlijk een kapel van de adel van Rinsumageast geweest.
Verwante blogs
Bronnen
Geysen, Cois, De Oude Wijsheid, 2008
Glazeman, Dr. P, Gewijde plaatsen in Friesland, 1948, p. 202
Karstkarel, Nanka en Peter, Kloosterpad 1453, 2010 (vijfde en geheel herziene druk).
Websites
Reacties
Een reactie posten