Na het verrassende bezoek aan het hunebed bij Anloo zoek ik naar mogelijke aanknopingspunten. Daarbij kom ik Wognum tegen op een leylijn die van de Adelbertusakker bij Egmond naar het hunebed loopt. Het plaatsje is voor mij zo onbekend, dat het me verbaast om het terug te vinden in het boek van Vleer. Het begint te kriebelen als ik tijdens het schrijven van dit blog nog een tweede lijn ontdek, die van Zaandam naar Wijnaldum loopt. Tot nu toe kende ik Wognum alleen van de verkeersborden richting Hoorn. Mijn nieuwsgierigheid snelt me vooruit...
Onder de rode loper loopt een sterke energielijn
Een oude plaats
Wognum zou als plaats rond 900 zijn ontstaan, maar het gebied werd in de Bronstijd al bewoond. Er zijn vuistbijlen en pijlpunten opgegraven in het dorp. Er moet ook al vroeg een houten kapel gestaan hebben.
Op twee verschillende sites lees ik dat Willibrordus hier gepreekt zou hebben. Ik sluit dat niet uit. Willibrord werd in 695 tot bisschop van de Friezen gewijd. Hij liet de eerste kerkjes bouwen en Wognum was tenslotte een dochterkerk van Heiloo. Het Friese gebied liep in de Middeleeuwen van het Zwin tot de Weser. Het werd aangeduid als 'Magna Frisia'. Wognum ligt trouwens in de regio West-Friesland.
De energie die hier voelbaar is zal zeker opgemerkt zijn door de eerste bewoners van deze streek. Die plek kan dan een belangrijke religieuze functie hebben gekregen. Zo bezien is het niet zo gek dat Willibrord juist hier gepredikt zou hebben.
Een houten kapel
Die houten kapel is van latere datum dan de tijd waarin Willibrord predikte. Het kan bijna niet anders dan dat die gebouwd is op een voorchristelijke heilige plek. Stond er voor die tijd misschien een voor hen heilige boom? Of kwamen ze bijeen bij een bron?
Wanneer die eerste kapel gebouwd is wordt niet duidelijk. Hij zou al vroeg in de kerklijsten van de abdij van Echternach voorkomen. Die abdij is in 698 door Willibrord gesticht. Er circuleren verschillende jaartallen rond. Het jaartal 980 vind ik terug op meerdere sites. En het jaar 850 komt later in beeld.
In de brochure van de kerk wordt de 'capella te Wokgunge' op de kerklijsten genoemd (datering eind 10de-, begin 11de eeuw). Daarmee zitten ze denk ik aardig in de buurt. Schept in ieder geval wat ruimte 😉.
De kerkenlijst is voor mij niet te traceren. Maar misschien is mijn zoektocht verloren moeite. Die eerste kapel is gewijd aan de Heilige Hiëronymus. Op de site van de RK kerk te Wognum vind ik meer over deze heilige. Met een verwijzing naar de eerste kapel en de oudste vermelding: 'Al rond 850 zou op het grondgebied van Wognum een houten kapel gebouwd zijn die waarschijnlijk al was gewijd aan Hiëronymus. De oudste vermelding over een kapel van de Heilige Hiëronymus in Wognum dateert overigens uit 1063'. Kijk, en die oorkonde heb ik wél gevonden.
Die oorkonde staat afgebeeld op de site van Noviomagus (zie websites). In 1063 heeft de abt van Echternach een aantal kapellen en kerken in zijn bezit, waaronder de kapel van Wognum. Het wordt dan geschreven als Woggunghem. Even afgezien van de rechthebbenden en eventuele vervalsingen van de oorkonde is het bewijs van het bestaan van de kapel in 1063 hier vastgelegd.
De ruimte achter de toren
De kapel wordt opgevolgd door een tufstenen kerk. Dat moet een zaalkerk geweest zijn. De huidige kerk is groter en de toren staat niet op de plek waar de eerdere toren is gebouwd. Die zaalkerk zou dan een torentje hebben gehad achter de huidige toren.
Het centrum van de energie ligt tussen de toren en het schip, aldus Vleer. Voordat ik de kerk bezoek probeer ik me voor te stellen waar dat dan ligt. Maar zo ingewikkeld is het niet als je ziet dat er tussen de toren en de kerk een ruimte is, die gebruikt wordt als ontvangst- en vergaderruimte. Je komt binnen in een hal, die toegang geeft tot het schip.
In de toren zijn vage resten van muurschilderingen tijdens de restauratie tevoorschijn gekomen. Ik ben de klim niet aangegaan...
De toren wordt bekroond door een zeemeermin als windvaan, op het kerkdak prijkt een haan. Voor de zeemeermin wil ik nog een keer terug 😉.
De zeemeermin als windvaan Foto Gerard Dukker, 1974 (Bron)De kerk
Al bij binnenkomst ervaar ik een prettige sfeer in de kerk. Het donkerblauwe dak lijkt qua vorm op een omgekeerde boot en geeft een soort beschermend gevoel. Op de rand ervan zijn kleine bloemetjes geschilderd.
Onder de rode loper over het middenpad is een sterke energie voelbaar. Ik had de onhandigheid om erop te gaan staan tijdens een gesprek. Het was of aanpassen, of een paar stappen verder gaan staan. Naast de rode loper dus...Deze loper markeert de sterke energie- en waterstroom die hier moeten lopen (zie foto boven).
Onder het orgel liggen twee opvallende grafstenen van een koopmansechtpaar: 'Coopman in paarden' en zijn Huysvrouw'. Je kan ze niet missen.
De oudste grafsteen van de kerk dateert uit 1602, het jaar waarin de kerk Gereformeerd werd. Verder vind je nog een aantal merktekens terug op de graven.
Grafstenen onder de orgelbalustrade
Putten of bronnen
Lange tijd is de zandrug die door Noord-Holland loopt de enige plek geweest waarop bewoning mogelijk was. Aan beide kanten ervan was moeras. De kerk staat op een verhoging. Links en rechts van de toren zijn er putten of bronnen. Stiekem denk ik dat Willibrord -als hij hier geweest zou zijn- er gedoopt zou kunnen hebben. Maar er is ook een praktische verklaring die ik kreeg van de Historische Vereniging en dat is dat er in vroeger tijden altijd water bij de kerk kon worden gehaald. En waarschijnlijk gold dat bij meer kerken in die tijd.
Aan beide zijden van de kerk bevindt zich een waterput
Krassen in de deurpost
Bij de ingang van de kerk ontdekken we groeven in het zandsteen aan beide kanten van de deur. Ik moet denken aan de uitleg die ik eerder tegen kwam, namelijk dat het gruis gebruikt werd om genezing te bewerkstelligen. Deze krassen komen vaker op oude kerkposten voor. Kerkposten van zandsteen dan. Zijn ze door weer en wind uitgesleten? Hebben de mensen die de kerk bouwden hun messen er aan geslepen? Of zijn de gleuven ontstaan door het wegschrapen van steen door mensen die genezing zochten?
Ik zoek hier meer informatie over. Het gruis kan afgekrabd zijn met de bedoeling geneeskrachtig poeder te krijgen. Mensen zagen het als bescherming tegen pestepidemieën. Op de site van De Belemniet (zie websites) staan verschillende voorbeelden. Voorbeeld vier vind ik het meest overeenkomen met de gleuven in het zandsteen van deze kerk. Maar dat is natuurlijk persoonlijk.
De gleuven zijn zeker niet zeldzaam en worden in binnen- en buitenland aangetroffen. Ze bevinden zich vooral aan kerken of grafmonumenten (Schuyf).
In het boek over de kerk van Oosterbeek staat een foto van dergelijke deurposten op p. 36. Ook hier worden de kervingen gelinkt aan het verzamelen van geneeskundig poeder.
Krassen in de deurposten
Eigen ervaring
In de toren is een positieve energie meetbaar, maar in de tussenruimte is die aanzienlijk sterker. In de kerk zelf is de energielijn onder de rode loper sterk voelbaar.
Een kruispunt van leylijnen
Wognum ligt op een kruispunt van Leylijnen. De auteurs Chris Zoet en Ton van der Leeden ontdekten twee lange leylijnen vanuit het leycentrum bij de Sint Adelbertusput. Een daarvan gaat naar hunebed D11 bij Anloo en passeert onderweg de plaatsen Wognum en Oldeberkoop. De andere poot vind ik een bladzijde verder in het boek van Vleer bij de Dam van Zaanstad. Op die plek is niets gebouwd, maar vanaf dit punt loopt een leylijn van 94,4 kilometer naar Wognum, Medemblik en de koningsterp van Wijnaldum. Wognum ligt dus op een knooppunt van krachtlijnen.
Bij Wijnaldum kruisen twee kilometers lange leylijnen kruisen elkaar. De ene is de Michaëlslijn die loopt van Santiago de Compostella in Spanje via Carnac en Le Mont Saint Michel door naar Hargen, Keinse bij Schagen, Oosterland (Michaelskerk), Harlingen (Michaelskerk), Wijnaldum en Stockholm naar Arkhangelsk in Rusland (bij een klooster gewijd aan aartsengel Michaël).
De andere begint bij de Externsteine in Duitsland en eindigt bij Wijnaldum. Je kan die twee lijnen terug vinden op de kaart. Daartussen zie je nog een vierkant getekend.
Het vierkant
Vanaf Wijnaldum (knooppunt op de kaart boven Harlingen en Franeker) loopt de Michaëlslijn dus naar Oosterland in het kopje van Noord-Holland. Daar begint een vierkant dat de twee bovengenoemde grote leylijnen verbindt. Op de linkerpoot ervan ligt Wognum. De lijn komt uit bij Nichtevecht in Utrecht. Deventer ligt onderaan op de rechterpoot van het vierkant. Ga je naar boven dan kom je uit bij Oldeberkoop. En via Oldeberkoop kom je weer terug in Oosterland.
Het vierkant heeft ook diagonalen die interessante informatie bieden. Die laat ik hier even rusten.
Onderstaande kaart is ook terug te vinden in mijn eerdere blog over Wijnaldum (zie onder).
Kaart leylijnen: © Ton van der Leeden
Voor uitgebreide informatie zie website (link)
Dank je wel, Ton, voor de aanvullende informatie
Adres
Protestantse Kerk Wognum: Raadhuisstraat 15, 1687 AH Wognum
Als je de kerk wilt bezoeken kun je contact opnemen met koster Hannelore Lamers.
Kom je onverwachts dan vind je haar misschien thuis en doet ze de deur voor je open.
Van kapel tot kerk
Op de plaats van de huidige kerk heeft dus als eerste voorganger een kapel gestaan. Deze kapel hoorde bij de moederkerk van Heiloo. Tijdens een restauratie in 1974 worden overblijfselen van de kapel gevonden.
De tweede voorganger is een tufstenen kerk. Mogelijk is dit een zogenaamde zaalkerk geweest. Onder de vloer zijn ook resten van die tufstenen kerk gevonden. In de muren zie je dat er ook tufstenen zijn verwerkt.
Gerelateerde blogs
Bronnen
Bot, Piet, De oude kerk in Oosterbeek, 2022, p. 34, 35
Bot verwijst als bron naar Hillenga, M, 'Steenpoeder, slakken en spijkers' in Groninger Kerken
Uitgave Stichting Oude Groningse Kerken, okt. 2019
Brochure De Nederlands Hervormde Kerk te Wognum
In deze brochure vind je o.a een uitgebreide uitleg over de kapel en de kerk
Schuyf, Judith, Heidense Heiligdommen, 2019, p. 210, 211
Vleer, Wigholt, Leylijnen en leycentra in de Lage Landen, 1992, p. 371, 372
Zoet, Chris e.a. Langs mystieke plekken in Noord-Holland-midden, 2001, route nummer 13
Websites
Algemene informatie. Hier wordt het jaartal 980 genoemd. Dat jaartal vind ik op verschillende sites terug. Mogelijk is dit jaartal door anderen overgenomen?
'Magna Frisia' is een moderne benaming voor het Friese rijk in de periode dat het op zijn grootst was (650-734). Het liep van het Zwin tot de Wezer.
'Al rond 850 zou op het grondgebied van Wognum een houten kapel gebouwd zijn die waarschijnlijk al was gewijd aan Hiëronymus. De oudste vermelding over een kapel van de Heilige Hiëronymus in Wognum dateert overigens uit 1063'.
Hiëronymus leefde van circa 347-420 na Christus en is vooral bekend als Bijbelgeleerde.
Plattegrond en tekening van de kerk
Informatie over de waterputten
Kopje: Bewoning in de bronstijd. Rond 1200 BCE kwamen zandruggen droog te liggen.
Rond 1800 voor Christus zakte het zeepeil. De zandige beddingen van de geulen (kreken) werden als lage ruggen in het landschap zichtbaar. Het zand zakte niet met het grondwater mee, de ernaast liggende kleigrond wel. Wognum is gebouwd op een zandrug (kreekrug).
De oorkonde uit 1063 waarin Wognum wordt genoemd, met vertaling en commentaar.
Citaat: 'In 1156 maakt de abdij van Echternach op grond van een valse of vervalste akte gedateerd 1063 (12) tegenover de graaf van Holland en de abdij van Egmond aanspraak op 24 kerken die 450 jaar eerder zouden hebben toebehoord aan Willibrord, een bezit dat de abdij al die tijd blijkbaar had laten verslonsen'. In deze lijst wordt ook Woggungen (Wognum) genoemd'.
Deze 24 kerken moeten dan al hebben bestaan. Maar bestonden ze dan 450 jaar ervoor ook al?
Met een vervalste bul uit 1148 waarna de namen in een ander handschrift zijn toegevoegd. Waaronder Wokgunge (als ik het goed lees).
Voor wie lijsten wil vergelijken: p. 176
In het sacramentarium (gebedenboek) van het klooster van Echternach is terug te lezen dat Willibrordus eigenaar was van de kerk in Heiloo.
Artikel over 'pestpoeder'.
Uitgebreid artikel over krabsporen en steenpoeder. Met foto's.
Hier staat onder de foto's van serie 2 een lijst met 172 gevonden kerken met krabsporen in Nederland.
Wognum staat er niet bij. Ik weet niet of Wognum wel onderzocht is. Oosterbeek staat er ook niet bij, maar wordt wel genoemd in het boek van Bot. Loppersum weer wel, daar zijn we deze zomer geweest, niet opgelet, beetje jammer 😉.
Leylijnenkaart gemaakt door Ton van der Leeden
Dank je Joke wat een interessant kerkje! Weet je ook of de meermin een dubbele staart heeft?
BeantwoordenVerwijderenDank je wel, Ineke. Ik heb een foto gevonden waar ze op de grond staat.
VerwijderenDie heb ik erbij gezet in de tekst. Geen dubbele staart...