Deventer: een bron in de crypte en opnieuw Groene Mannen

De Lebuïnuskerk in Deventer is gebouwd op een krachtplaats. Op mijn lijstje staan de bron in de crypte en de oude vloer in het hoogkoor. De bron bevindt zich tussen bijzondere zuilen. De vloer in het koor kenmerkt zich door de kleuren van de drievoudige godin. En we ontdekken ook hier Groene Mannen in en buiten de kerk. Er bevindt zich zelfs een Groene Vrouw te midden van het Manvolk.  Genoeg om er een kijkje te gaan nemen...

De bron in de crypte

De bron ligt in de crypte onder het verhoogde koor en staat in verbinding met de IJssel. Dat betekent dat hij met hoog water kan overlopen. Dick van den Dool noemt het een watercrypte. Op het moment dat de bodem van de crypte onder water stond mochten de 'gewone' gelovigen in deze crypte komen om zich te laten reinigen door het heilige water (Op zoek naar de draak in Limburg, p. 63). Ze liepen door de crypte van het noorden naar het zuiden. De gang tussen de zuilen was voorbestemd voor de geestelijken. De ingang  in het noorden is er nog steeds. Van de ingang (of in dit geval uitgang) in het zuiden zijn alleen de onderste treden nog bewaard gebleven. De rest is dichtgemaakt.  In het boek vind je meer details over vormen en getallen. 
Wat voor mij belangrijk is, is dat Dick schrijft dat de waterput op een waterlopenkruispunt is georiënteerd. De golfpatronen op de pilaren zouden waterstromen kunnen symboliseren, maar daarover later. Eerst terug naar de bron. Want wat was er eerder? De kerk of de bron? Het ziet er naar uit dat de bron zich oorspronkelijk buiten de kerk bevond. Maar dan niet buiten deze kerk, maar op korte afstand van de kapittelkerk die bij het klooster hoorde. De informatie is nieuw voor mij, maar verrast me eigenlijk niet...


De crypte met de bron, omringd door zes bewerkte zuilen

Een gekerstende bron

Uit verschillende bronnen komt naar voren dat het hier gaat om een heilige bron, die al aanwezig was voordat de eerste kerk werd gebouwd. Dat lijkt me trouwens heel aannemelijk. Enerzijds omdat  Lebuïnus eerder in Wilp een kerkje bij een bron heeft gesticht. Anderzijds omdat het de gewoonte was om kerken te stichten op of bij voorchristelijke heilige plaatsen.
Ik ga op zoek naar het Overijselsch Sagenboek waarin een legende zou staan over de heilige bron. Ik  wil graag de hele legende lezen maar meer dan ik al weet staat er niet in. Dat is dan wel weer jammer. Ik citeer: "Daar predikte hij in Deventer en stichtte er een kerk op de plek, waar een der heidenen heilige bron uit den grond welde, die nu nog in de crypta der St. Lebuïnus te zien is" (p. 130). Hier kom ik dus niet echt mee verder. 

In een blog over Deventer van Webcastle is een tekening gepubliceerd van de oude Bisschopshof die vlakbij de kerk gelegen moet hebben. Die tekening intrigeert me omdat de bron zich op dit plaatje buiten de kloosterkerk bevindt en de Lebuïnuskerk nog gebouwd moet worden. Mijn vermoeden over de bouw van de kerk bij een bestaande heilige bron wordt hier door versterkt. 
Uit archeologisch onderzoek komt naar voren dat de Lebuïnuskerk in zijn totale omvang 'gelijk opgemetseld' moet zijn. De voorganger ervan kan dan niet op dezelfde plaats gelegen zal hebben. De meest logische conclusie is dan dat het gaat om de eerste stenen (kapittel)kerk die ernaast gelegen moet hebben (Mekking).

Het is een beetje ingewikkeld verhaal maar als de Lebuïnuskerk gebouwd is naast zijn voorganger, zoals uit sporenonderzoek naar voren komt, heeft de bron zich naast de kapittelkerk bevonden en krijg je een vergelijkbare situatie als in Wilp. In dat geval zal de bron gekerstend zijn als doopbron.
Dat de bron op een krachtige energieplek staat is voor mij voelbaar als ik een tijd in de crypte doorbreng. Was dit ooit de meest heilige plek van de stad?


Reconstructie Bisschopshof ca 1000  Tekening Drs. T.A. Spitzers, p. 22
uit Mekking, Aart J.J. De Grote of Lebuinuskerk te Deventer, 1992
Samengevoegd met uitsnede kaart Google maps Deventer

Zes zuilen en hun symboliek

De zuilen in de crypte hebben twee aan twee dezelfde patronen. Vier ervan hebben spiralende of golvende motieven. Er zijn 'tegengestelde' stromen op de pilaren aangebracht. Twee aan twee, linksom en rechtsom. Je zou het in het kader van de put kunnen duiden als waterstromen. Misschien geven ze ook op- en neergaande energiestromen weer. In het paar geschubde zuilen zie ik geen verschil. Ik kan ook het motief niet plaatsen.
De bron ligt niet helemaal in het midden van de crypte. Op de vier pilaren er rond heen zijn engelenfiguren geschilderd. Ze dragen voorwerpen die te maken hebben met de Lijdenstijd. 
De ruimte van de crypte werd in een bepaalde periode gezien als het heilige graf. Dat moet in de tijd geweest zijn dat het er donkerder was dan nu. In die zin heb ik niet het gevoel dat ik me in een crypte bevind. 



De pilaren rond de bron met de engelen 

Aan weerszijden van het koor bevonden zich twee zijkapellen. In het noorden de Sint Olavskapel, in het zuiden de Mariakapel. Vanuit de zijkapellen kon je de crypte bereiken. Dat was nog in de Romaanse versie. De Olavskapel is afgebroken voor de vergroting van de kooromgang. De heilige koning kijkt nu vanaf de gewelven op ons neer. Wel op dezelfde plaats, dat dan wel weer 😉.


De contouren van de voormalige Olavskapel


 De heilige Olav op het gewelf

Het koor

In het koor is een heel oude tegelvloer bewaard gebleven. Er zijn patronen in aangebracht en er is gewerkt met verschillende kleuren. Het zijn de kleuren van de drievoudige godin: rood, wit en zwart. De patronen zijn geometrisch van vorm. De vloer voor het hoogaltaar is grotendeels weggesleten.


De oude tegelvloer van het hoogkoor


De kleuren van de drievoudige godin en geometrische patronen

Op jacht naar de Groene Man

In de kerk zijn op verschillende plaatsen afbeeldingen te vinden van de Groene Man. Je weet wel, die koppen met takjes uit hun mond of oren, wijzend op de vruchtbaarheid van de aarde?
Ze zijn voornamelijk terug te vinden in de gewelven, dus je ziet ze snel over het hoofd. De informatie kom ik tegen als ik zit te surfen op internet. Het boekje vond ik bij de VVV in Deventer.
Twee van de mannen in de Magistraatskapel wijken een beetje af. Ze worden meer gezien als Wildemannen. Ze zijn geschilderd met dezelfde symboliek van bladeren en takken. 


Afbeelding van het hoofd van Christus 


Groene Man bij het kleine orgel


Wildeman in de Magistraatskapel

Ook buitenom aan de zuidzijde van de kerk zijn een paar koppen te vinden


Koppen bij de rode deur aan de zuidkant


Groene Man en Groene Vrouw meer naar boven



Adres

Lebuïniskerk: Grote Kerkhof 38, 7411 KV Deventer
Mariakerk: Nieuwe Markt 35 7411 PC Deventer Nederland

De bron in de crypte

Geysen gaat ervan dat er in België en Nederland een groot aantal kerken en kapellen op een heidense  bron is gebouwd. Als een van de voorbeelden noemt hij de Lebuïnuskerk. De bronnen werden  omgevormd tot een doopput. Gezien de veronderstelling dat de put oorspronkelijk buiten de eerste kerk lag zal dat hier het geval zijn en werd de heilige bron gekerstend tot doopput. 

Schuyf daarentegen vindt de associatie met doopbronnen minder waarschijnlijk, omdat deze zich meestal onder het hoofdaltaar bevindt en omdat de rituelen van de doop bij de ingang van de kerk plaatsvonden. Dat is zeker juist, maar gold dan in de vernieuwd situatie, waarbij de bron zich in de crypte bevond. Zij associeert de bronnen eerder met de dodencultus en het Paasgebeuren. 

Kerken op een rijtje en een reconstructie n.a.v. onderzoek (Mekking p.13 e.v.)

Lebuinus was een Engelse missionaris die kort na 772 de IJssel overstak met het doel de Saksen te bekeren. Hij bouwde in 768 een houten kerkje op een rivierduin bij de nederzetting Deventer aan een natuurlijke haven. Dat kerkje werd een paar jaar later door brand verwoest en herbouwd. In dat kerkje is Lebuïnus begraven. Ook het tweede kerkje werd door de heidenen verwoest.
Een derde houten kerkje werd in 775 gebouwd door Liudger, een opvolger van Lebuïnus. 
Dat kerkje heeft er zeker tot 849 gestaan. Van alle drie de kerkjes zijn geen sporen terug gevonden. 

Het wordt niet uitgesloten dat het graf van Lebuïnus zich buiten de omwalling bevond, in de buurt van de Assenstraat. De eerste stenen kerk die bisschop Balderik liet bouwen moet dan de Kapittelkerk geweest zijn die bij het klooster hoorde. Zie kaartje boven. Mogelijk zijn de relieken van Lebuïnus overgeplaatst naar deze kapittelkerk. 
De kerk die Bernoldus liet bouwen, de Lebuïnuskerk dus, zou in zijn totale omvang gelijk opgemetseld zijn. De voorganger kan dan niet op dezelfde plaats gelegen zal hebben. 
De oude kapittelkerk zou in dat geval niet afgebroken hoeven te zijn tijdens de bouw van de Bernolduskerk.
Binnen zijn nog delen zichtbaar van de Romaanse Basiliek. Het belangrijkste restant is de crypte. 
De eerste kerk was gewijd aan Lebuïnus en Maria. In de 13de eeuw werd er een aparte kerk gebouwd die aan Maria was gewijd. Lebuïnus werd de enige patroonheilige van de grote kerk. De Mariakerk werd gebouwd in het verlengde van de Lebuïnuskerk, maar raakte al snel buiten gebruik. 




Het voormalige schip van de Mariakerk
De Mariakerk werd tegen de Lebuinuskerk aangebouwd. 

Gerelateerde blogs

In Deventer aangekomen lopen we als eerste tegen de Bergkerk aan. Letterlijk, want deze kerk staat op een heuvel. Ik heb er over gelezen, maar hij staat niet op mijn lijstje. Natuurlijk kan ik de verleiding niet weerstaan om er naar binnen te gaan. De kerk is gewijd aan Sint Nicolaas maar door de bevolking omgedoopt tot Bergkerk. Je moet ook even klimmen om de ingang te bereiken. Ik laat me verrassen door het onverwachte bezoek en op mijn lijstje of niet, ik ga de andere dag nog een keer terug...

Je kan Deventer op twee manieren linken aan Noorwegen en in het bijzonder aan Sint Olav. Olav de Heilige was een Vikingkoning die Noorwegen gekerstend heeft. In de Lebuïnuskerk was een kapel aan hem gewijd. Na zijn dood op het slagveld wordt de Noorse koning in allerijl begraven aan de rand van de rivier in Nidaros (het huidige Trondheim). Na een jaar en vijf dagen wordt de kist opgegraven en geopend. Er gebeuren wonderen en Olav wordt heilig verklaard. Bij zijn graf ontspringt een bron en boven zijn graf wordt de Nidaroskathedraal gebouwd. De laatste aartsbisschop vlucht met de schatten van deze kathedraal naar Deventer. Om ze in veiligheid te brengen. En ik maak mijn droomreis naar Nidaros...


Bronnen

Expeditiekaart Ontdek de Lebuinuskerk
Dijk, Ada van, Romaans Nederland, z.j., p. 47-50
Dool, Dick van den, Op zoek naar de draak in Limburg, 1998, p. 57-62
Dool, Dick van den, Magie langs de IJssel, 2007, p. 52-54
Geysen, Cois, De oude wijsheid, 2008, p.29
Gooijer, Cees de, Gids voor Groene Mannen in Deventer, 2012, p. 44-47, 50-51
Mekking, Aart J.J. De Grote of Lebuinuskerk te Deventer, 1992 
Schuyf, Judith, Heidense heiligdommen, 2019, p. 171
Sinninghe, J.R.W, Overijselsch Sagenboek, 1936, p. 130
Stenvert, Ronald, De grote of Lebuïnuskerk in Deventer, 1984

Websites

Hier lees je meer over Lebuïnus. Hij was een Engelse monnik en Lebuïnus was zijn Latijnse naam. In 768 bouwde hij een klein houten kerkje waarschijnlijk op de plaats van de huidige Lebuïnuskerk. 

De Mariakerk maakte vanaf de 13de eeuw deel uit van de toen gebouwde Maria- en Lebuïnusbasiliek. De Lebuïnuskerk was een kapittelkerk. De Mariakerk was een parochiekerk. Na afsplitsing in de 16de eeuw is er vlakbij de Lebuïnuskerk een aparte Mariakerk gebouwd. Vanuit de noorderzijbeuk van de Lebuïnuskerk bereikte je via een doorgang de zuiderbeuk van de Mariakerk. Deze doorgang is sinds 1994 weer geopend.  Al vanaf 1591 werd de Mariakerk niet meer als kerk gebruikt. De zuiderzijbeuk is van de sloop gered en wordt nu beheerd door de Stichting Mariakerk.

Op deze sites meer over de achtergrond van de Groene Man.
Op de site van Abe de Verteller staat een opsomming van Groene Mannen in andere steden. 

In dit blog vind ik aanwijzingen over de plaats waar de put oorspronkelijk gelegen moet hebben. Het plaatje komt uit het boek van Mekking (zie bronnen).

Lebuïnus bouwt een kerkje in Wilp. De betekenis van Wilp (Huilpa) is bron.









Reacties

Een reactie posten