Drie Matres of Moeders
Dit is een van de altaren die een vraagteken oproepen. Het is in 1982 door een duiker gevonden en sinds 2017 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden. Onder de drie godinnen staat de naam van Nehalennia. De wel bekende schelp als 'dak boven hun hoofd'. Zijn ze even oud?
Ze dragen een lange jurk die met een speld bij elkaar gehouden wordt. De hond ontbreekt. Ze dragen dezelfde kleding als de Matres in Duitsland (zie betreffende foto onder). Ze hebben alle drie een mandje met vruchten op hun schoot. De middelste Nehalennia heeft nog iets extra's in haar hand. Zou dat een bosje bloemen kunnen zijn?
'Misschien is door vergissing een altaar voor drie moedergodinnen uit Keulen naar Colijnsplaat vervoerd en daar toch maar gewijd aan Nehalennia' (tekst infobord museum). De schenker wijdt zich ook tot Nehalennia: 'Voor de godin Nehalennia: Marcus Iustinius Albus, gaarne en met reden'. Heeft Marcus Iustinius dan het altaar misschien hergebruikt?
Ik ken de beelden van de drie Matres of Moeders. Ze vertegenwoordigen de drie fases van de vrouw: Maagd, Moeder en Crone. Je kan het ook zien als de drie vormen van de Godin. In dat geval hebben ze dezelfde status.
In Duitsland vind je veel altaren waar ze met zijn drieën staan. Ze zijn maar liefst op 850 altaarstenen vertegenwoordigd. In Nederland zijn er twee bekend die aan de godin Nehalennia zijn gewijd. Wie weet worden er ooit nog meer gevonden. Maar eerst wil ik heel graag dit tweede altaar vinden. In eerste instantie kom ik niet verder dan de melding in het boek over de Drie Dames uit Duitsland (zie bronnen).
Ik besluit het boek 'Nieuw Licht op Nehalennia' van dezelfde schrijfster aan te schaffen. Nu vind ik de informatie die ik zoek. Het tweede altaar is gevonden in Domburg en het wordt genoemd in een boek van Mattheus Smallegange ('Nieuwe Cronyk' van Zeeland, 1696). Het altaar wordt zwaar beschadigd door een brand.
Is dat dan de brand die in de kerk van Domburg woedde? Daar waren de altaren in de hoek van een kerk opgestapeld om nagetekend te worden. Ik vond er eerder informatie over op een site van de Zeeuwse Ankers met de titel: Gelukkig hebben we de tekeningen nog' (zie websites). De tekening die ik zoek staat er niet bij.
Van de altaarsteen met de drievoudige Nehalennia is een schets bewaard gebleven. Die schets is in 1740 gemaakt door Hendrik Cannegieter en staat in het boek 'Nieuw Licht op Nehalennia' op p. 63, samen met de beschrijving door Ada Hondius Crone (1955).
Ik heb contact gehad met Annine en de afbeelding mag gebruikt worden in dit blog. Uiteraard met vermelding van bronnen, waarvoor dank!
Schets uit manuscript van Hendrik Cannegieter, 1740
Bron: Nieuw licht op Nehalennia, Dr. Annine van der Meer, 2015
Een derde altaar
In het Rijksmuseum is een tweede schets van een altaar met de drie Nehalennia's te vinden. Het lijkt op het bovenstaande altaar, maar er zijn ook verschillen. Net als bij het altaar hierboven is de hoorn van overvloed aan de zijkant te vinden. De hoorn is gevuld met vruchten. Het lijkt of de drie godinnen een gewaad aan hebben over een lange jurk. De randen van die jurk zijn goed zichtbaar.
Ook hier is niets terug te vinden van manden met vruchten op hun schoot. Zelf zie ik geen verschil in leeftijd of haartooi. De drie dames lijken me even jon (of oud).
In de nis onderaan staan een man en een vrouw. De man draagt een Romeins gewaad. Het lijkt alsof je een vleugel ziet, maar dat moet een schaduwwerking in de tekening zijn. En als ik het goed zie is aan de linkerkant een vrouw afgebeeld. Zou de Romeinse man hier een offer brengen aan de godin?
Ik ben ook nog even op zoek gegaan naar de afkorting V.S.L.M. Ik vond de betekenis daarvan op de website van 'Goden van eigen bodem' (Zie websites). Het is de Latijnse afkorting van 'Votum solvent libens merit' betekent 'heeft [zijn] belofte ingelost, gaarne en met reden'. Het blijft nog even de vraag wie de belofte heeft ingelost, want voor zover ik het kan overzien staat er geen naam bij op het altaar.
Met dank aan Anne Hobbel van Zeeuwse Ankers, die deze schets voor mij gevonden heeft 😉.
Steen van Nehalennia, Rijksmuseum, anoniem, datering 1713 - 1717
Verschil mag er zijn
De Duitse versie en de Nederlandse versie lijken op elkaar en verschillen van elkaar. Er zijn variaties in kleding, haardracht en symbolen. De overeenkomst is dat ze met zijn drieën zijn. Ze worden zowel zittend als staan afgebeeld. Ik heb de foto's van de Nederlandse Nehellenia's (eigen foto, museum) en de Duitse Matrones (Internet) onder elkaar gezet.
In de Duitse versie is de jongste godin als kleinste afgebeeld. Soms heeft ze een voetenbankje om op te steunen. Dat is hier trouwens niet het geval. Links van haar zit de moedergodin, rechts van haar de grootmoeder. Eén van hen heeft een fruitmand op schoot. Die schoot staat symbool voor de vruchtbaarheid, evenals het fruit. Dat kunnen verschillende vruchten zijn. In de Nederlandse versie zitten er alleen appels in de mand of korf. Matrones droegen dan wel weer bundels van aren. De honden ontbreken bij de drie godinnen.
De jongste en middelste figuur draagt haar half-lange haar los. Dat past heel goed in de symboliek van de maagd. De twee oudere vrouwen dragen een hoed in de vorm van een cirkel of schijf. Het kan gaan om de symboliek van de zon (linkerfiguur) en de maan (rechterfiguur). Anderen denken aan verschillende maanfasen. Die hoeden vallen wel op en ik mis ze bij de Nehalennia triade.
De drie Nehalennia's dragen dus kleding die gelijk is aan die van de Duitse Matrones. Het zijn lange gewaden met daarover een mantel die met een speld bij elkaar gehouden wordt. Daarentegen hebben de twee oudere dames geen ronde hoeden.
Op het Duitse altaar herken ik de verschillen in leeftijd, op het Nederlandse exemplaar moet ik daar goed naar zoeken. De Duitse godinnen zouden de kleuren van de drievoudige moedergodin gehad hebben: wit voor de maagd, rood voor de moeder en bruin-zwart voor de grootmoeder van het stel.
Wie weet waren de altaren in Nederland ook ooit geverfd en is de kleur weggespoeld door het water?
Klonk zo haar inheemse naam?
Op dit altaar staat de naam van Nehalennia op een andere manier geschreven. De godin wordt hier 'Nechalenia' genoemd. Mogelijk is dit de wijze waarop haar naam uitgesproken werd (aldus het infobord). Ook hier werd de gelofte gaarne en met reden ingelost.
De zijkant is prachtig versierd. Zou de afgebeelde persoon twee grote vissen in zijn hand houden?
Dea Nechaleniae
Zou deze persoon twee vissen in zijn hand houden?
De zouthandelaar
Dit altaar is aan Nehellennia geschonken door Marcus Exgingius Agricola. Het heeft de bekende schelp als dak en de godin is afgebeeld met de hond en de vruchten. Marcus was zouthandelaar. Hij komt uit Trier en omgeving (het land van de Treveri) en hij is zouthandelaar in Keulen. Zout was een belangrijk handelsmiddel langs de kusten van de Noordzee. Het werd via Zeeland naar Engeland verhandeld.
Het werd gewonnen uit zeewater en veen. Hier heeft Nehalennia twee manden met vruchten bij zich. Er liggen aardig wat vruchten in opgestapeld. De hond kijkt van haar af. Op de zijkanten staat een boom afgebeeld.
Op de zijkanten staat een boom afgebeeld
Handelaren in vissaus
Om het eten een beetje smakelijk te maken bij gebrek aan kruiden gebruikten de mensen vissaus. Die saus werd gemaakt van gegiste visresten met pekel. Allec genoemd op het altaar. Dit altaar is door Lucius en Titus geschonken. Ze handelden in visssaus.
Nehalennia zit op haar troon met de gebruikelijke hond en het mandje met fruit naast zich. Houdt ze met haar linkerhand een deel van de hoorn des overvloeds vast? Wat ze in haar rechterhand gehad moet hebben is niet meer te herleiden.
Eigenlijk heb ik de figuren op de zijkanten niet eerder opgemerkt. Maar bij dit altaar waren ze zo duidelijk zichtbaar, dat ik ook bij de andere altaren ben gaan kijken 😉.
Rechts voor de kijker staat een vrouw in een lang gewaad. Ze heeft een offerschaal bij zich. Onderaan is een plantmotief. Aan de andere kant is een man afgebeeld, ook boven een plantmotief. Hij draagt een tuniek en loopt met een kan en een schaal. Ook de vrouw lijkt zich voort te bewegen.
Dit altaar is geschonken door
Lucius Secondius Similis en Titus Carinius Gratus
Aan de rechterkant staat een vrouw in een lang gewaad
Ze draagt een offerschaal
Links is een man afgebeeld, ook boven een plantmotief. Hij draagt een tuniek en loopt met een kan en een schaal.
Een herkenbaar brokstuk
Zelfs als de naam Nehalennia niet in de tekst zichtbaar was, zou je dit brokstuk dan toch kunnen herkennen? Als je genoeg altaren van deze godin hebt gezien moet dat wel lukken. De naam van de goede gever is in ieder geval goed zichtbaar. Het is een hele opsomming: Placidus, de zoon van Viducus, uit het land van de Veliocassen en zelf vertaal ik het laatste deel als 'handelaar Brittannia'.
Veliocasse moet je zoeken in de buurt van Rouen, en met Brittannia wordt Engeland bedoeld.
Hier moeten aan allebei de zijkanten een hoorn van overvloeds hebben gestaan. En bij dit altaar heb ik die zijkanten nou net weer over het hoofd gezien 😉
En daar zit ze dan...
Dit altaar hangt in een andere zaal. Nehalennia wordt niet vergezeld van een hond en er staat geen fruit. Het zou geschonken zijn door Gaius Julius Primitivus aldus het informatiebord ernaast. Het probleem is alleen dat ik van Gaius Julius Primitivus helemaal niets kan vinden...
Op de website van de Radboud Repositery vind ik bij nummer 10 een beschrijving van eenzelfde altaar. 'Hier heeft Marcus Firmius? (...) zijn gelofte ingelost, gaarne (en) met reden. Zijn ze identiek of gaat het hier om hetzelfde altaar met de naam van een andere gever?
Ik heb de vraag neergelegd bij het museum. Ik ben benieuwd naar het antwoord 😉.
Vergelijk de afbeelding van de twee altaren:
Beschrijving: p. 12, afbeelding p. 56
Gerelateerde blogs
Nehalennia en haar tempel bij de haven van Colijnsplaat
Eigenlijk ben ik op dit moment helemaal niet bezig met Nehalennia. Maar tijdens het lezen van het boek 'Gods and Myths of Northern Europe' (H.R. Ellis Davidson) kom ik twee keer een verwijzing naar haar tegen. Ze wordt gelinkt aan de godin Freya, Moedergodin en Godin van de vruchtbaarheid. Nehalennia wordt afgebeeld met fruit, vergelijkbaar met de hoorn van overvloed. Omdat ik houd van plekken-met-een-verhaal reis ik met mijn man regelmatig door het land. Dus op naar Colijnsplaat...
Bronnen
Informatie websites en informatieborden RMO
Uitgebreide beschrijving nummer 1 (zouthandelaar), nummer 5 (vissaus handelaren), nr 10 (Nehalennia zonder hond en fruit) nummer 13 (boot) en nummer 45 (brokstuk)
Op deze website heb ik veel aanvullende informatie gevonden.
Meer, van der, Annine, De Drie Dames uit Duitsland, 2015
Meer, van der, Annine, Nieuw Licht op Nehalennia, 2015, p. 60-64
Van deze altaarsteen met de drievoudige Nehalennia is een schets bewaard gebleven (Manuscript Hendrik Cannegieter, 1740). Die schets staat in het boek 'Nieuw Licht op Nehalennia' op p. 63, samen met de beschrijving van Ada Hondius Crone (1955)
Websites
De Sequani was een Keltische stam die in de eerste eeuw voor Christus in het huidige gebied van de Franche-Comté en een deel van Bourgondië leefde, ten noorden van het Juragebergte.
Vesontio, het huidige Besançon, was de hoofdplaats van de Gallische stam der Sequani en werd na de onderwerping van de Galliërs een Romeinse stad.
Bij de Nehalennia-altaren die gevonden zijn in Colijnsplaat is er een gevonden waarbij naast de hond en de fruitmand ook een schip is afgebeeld.
Ganuenta was in de Romeinse oudheid een nederzetting vlak bij de Zeeuwse plaats Colijnsplaat. Deze plaats lag aan de zuidelijke oever van de Schelde. Hier was een tempel ter ere van de godin Nehalennia.
De zouthandelaar
De boot
Over het drievoudige Nehalennia altaar
De Matres en Matrones vindt je afgebeeld op altaren. Ze komen bijna uitsluitend voor met zijn drieën. Eén van hen draagt een mand met fruit op schoot. Bij sommige afbeeldingen is de middelste figuur met loshangend haar afgebeeld en draagt ze een hoofdband. De andere twee lijken een opgestoken haartooi of hoed te dragen.
Afbeelding van de drie Duitse Matrones.
Nehalennia komt op twee altaarstenen in drievoud voor. En een breder beeld over deze godin.
Een interessante aanvulling in dit artikel van door Jona Lendering: 'Geheel onverwacht komt de drievoudigheid niet: er zijn al eerder inscripties gevonden waarin sprake is van de “godinnen Nehalenniae”. De meervoudige afbeelding is mogelijk een uiting van wat oudheidkundigen “Celtic triplicity”'.
Nadat op 5 januari 1647 aan het strand van Domburg zo'n 25 votief altaren opdoken, werden die in de hoek van een plaatselijke kerk bewaard. Er werden tekeningen van gemaakt. In 1848 ontstond er brand en ging een groot deel van de votief altaren verloren of raakte beschadigd.
Een algemeen stuk met veel informatie.
Hier vond ik de betekenis van de afkorting V.S.L.M.
Reacties
Een reactie posten