Een doopvont onder de vloer
In de kerk staat een doopvont van Bentheimer zandsteen uit de elfde eeuw. In 1834 gevonden bij graafwerkzaamheden onder de vloer van het torenportaal. Misschien kun je beter zeggen: teruggevonden. Het zal tijdens de Reformatie verborgen zijn om vernietiging ervan te voorkomen.
Na de ontdekking kwam het terecht op het kerkhof. Daar trok het de aandacht van de bekende dichter A.C.W. Staring, die er een tekening van maakte en het beschreef. Het kwam er niet zonder schade vanaf. Het jaartal 1787 is in de kuip gegrift en in de rand zijn letters aangebracht.
Het doopvont is na de vondst terug geplaatst op de oorspronkelijke plek bij de ingang (1). Nu staat het aan het eind van het schip bij de zuidelijke muur. Een plek met energie, waarover hieronder meer.
Op elk van de vier kolommen is een figuur afgebeeld. Het zijn twee hoofden van een mens en twee koppen van een dier, te weten een gehoornde ram en een kat. De mensfiguren kunnen een man en een vrouw met een hoofdkapje voorstellen (2). Of je houdt het wat neutraler en benoemt het als twee mensenhoofden (Steensma).
De kat wordt in verband gebracht met de godin Freya (godin van de vruchtbaarheid, op oude afbeeldingen wel met een wagen getrokken door katten).
Het doopvont uit de elfde eeuw van Bentheimer zandsteen
Noordwest: mensenhoofd met amandelvormige ogen
Zuidwest: eenvoudige ramskop
Zuidoost: vrouwenkop met kapje
Noordoost: katachtige kop met holle ogen en opgetrokken bovenlip, met tandenrij
Een twijfelachtige eer
Het plein voor de kerk geeft een vriendelijke indruk. De ijsboer heeft er een plekje gevonden en op het bankje ernaast wachten we tot de kerk opengaat. Dat pleintje kent ook minder vredige tijden. Hier heeft in 1472 het eerste heksenproces van Nederland plaatsgevonden. Een twijfelachtige eer...
Onze gastheer vertelt het verhaal van de dienstbode van de pastoor, die er ter dood veroordeeld werd. Aliden des papen maghet was haar naam. De aanleiding van de beschuldiging is niet bekend. Wel zijn er rekeningen bewaard gebleven van de kosten die de veroordeling met zich meebracht.
Aliden of Aleida weigert in de gevangenis om haar omgang met de duivel te bekennen. Dat is ook nogal een beschuldiging. Hoe komt zo'n verhaal in de wereld? Was ze een kruidenvrouw of een vroedvrouw die te hulp geroepen werd tot het een keer mis ging? En waarom is de pastoor er niet voor gaan liggen? Was zij niet zijn geliefde en de moeder van zijn dochter? Of was hij deel van het probleem? Werd de kerkelijk ongeoorloofde relatie haar ondergang?
Dezelfde dichter Staring wijdt er een paar zinnen aan in zijn gedicht 'De Hoofdige Boer' (3)
'Van toen de Meid, _per_ bezemstok, Den schoorsteen uit daar overtrok,
Tot, na verloop van eeuw en dag, De Tooverkunst begraven lag'.
Dit jaar vond er een uitvoering van het drama plaats gespeeld door Theatermakers Achterhoek (4) .
Leycentrum en mummificatie
Alle informatie die beschikbaar is wijst naar een leycentrum in de kerk van Almen. Daarbij worden het koor of de grafkelder het meest genoemd. Dat is iets wat me niet verbaast, omdat er al een kerk gebouwd is in de veertiende eeuw. Het koor is een van de plaatsen met energie waarnaar gezocht werd voor de bouw van een kerk. Dus Almen is hier geen uitzondering op de regel. De matrix die ik vaak gebruik past naadloos op de plattegrond (5).
Wat wel bijzonder is, zijn de gemummificeerde lijken in de grafkelder. Naast de aanwezigheid van een leycentrum moet er meer aan de hand zijn. In Nederland zijn drie plaatsen bekend waar het verschijnsel van bewaard gebleven lichamen en kisten zich voordoet: In Wieuwerd, in Almen en in Tholen. Over de oorzaak is niet iedereen het eens. Feit is dat de lichamen langzaam verdrogen.
Natuurlijke mummificatie vindt plaats in koude en droge gebieden, in ijs en in venen (denk aan zuren uit moerassen). In kerken en crypten ligt dat even anders. Op de website Terre Aarde vind je voorbeelden uit heel Europa. Hier worden als voorwaarden zeer droge lucht, een luchtstroom en geringe temperatuurswisselingen genoemd. Die luchtstroom is in Almen aanwezig (zie foto boven).
Alternatieve theorieën gaan over de invloed van bepaalde gassen, magnetische velden of een lichte vorm van radioactiviteit. Die straling zou dan via breuklijnen van diep in de aarde liggende gesteenten aan de oppervlakte komen. Cois Gijsen schrijft er meer over in zijn boek De Oude Wijsheid. De uitleg zou het blog te lang maken.
Mijn eigen waarneming
Voor mij verschilt de energie langs de buitenmuren van de kerk. Aan de rechterkant bevindt zich de oorspronkelijke kerkmuur, aan de linkerkant is het gebouw vergroot. Daardoor heeft het schip een bijna vierkante vorm gekregen. Links ervaar ik een meer golvend patroon vergeleken met de rechter zijde.
Er zijn twee punten waar ik een kruispunt van lijnen signaleer: aan het begin (eerste travee) en aan het eind van het schip (ter hoogte van het doopvont). Daar stond in vroegere tijden het altaar.
Ter hoogte van het koor buiten aan beide kanten is de energie zwakker als ter hoogte van het schip.
Binnen is de oplopende energie van de toren naar het koor goed waarneembaar. In het midden van het rechte koor bevindt zich een kruispunt van lijnen naar de vier hoeken. De plaats van de kruisende banen in het schip komt overeen.
Het is mijn persoonlijke waarneming, dus het kan verschillen van wat anderen ervaren.
Geysen, Cois, De Oude Wijsheid, p. 101-104
Steensma, Regn, doopvonten en wijwaterbekkens in Nederland, 2007
Reacties
Een reactie posten