Oldeberkoop: Kerk op een krachtplaats

Ons spontane bezoekje aan Olderberkoop blijkt een schot in de roos. Midden in het dorpje staat een prachtige, oude kerk. Een eerste blik is al voldoende om er verliefd op te worden. Je kan er over het algemeen op de meeste dagen in de week terecht, maar vanwege de corona moeten we het in eerste instantie doen met een rondje rond de kerk. Daar nemen we al energie waar aan de noord-oostkant van het koor. Voldoende reden om terug te keren. Een paar weken later worden we er gastvrij ontvangen...

De verkenning

Oldeberkoop ligt op een paar kilometer afstand van de plaats waar we logeren. We komen de naam een aantal keer tegen op de ANWB borden en besluiten er eens te gaan kijken. Het kerkje dat we er vinden is verrassend oud en staat bekend als een van de oudste kerken van zuidoost Friesland. Ik kan dat niet terug vinden op lijsten maar ik geloof het onmiddellijk. 

Het kerkje is gebouwd op een lichte verhoging. Het kerkhof er omheen is rondom afgesloten met een laag muurtje. Via een poortje in deze muur kom je op een pad dat naar de deur leidt. 
Er moeten in het verleden vier van deze toegangen geweest zijn. Op een oude tekening uit 1732 zie je er ook een in het noorden en zuiden. Het poortje in het westen is in 2012 opnieuw gereconstrueerd. Zo krijg je een aardig beeld van hoe het eruit gezien moet hebben. De tekening ervan staat op deze site.



Kijk hoe het poortje en de westkant van de kerk elkaar spiegelen


Het toegangspoortje in het westen is in 2012 gereconstrueerd

Geschiedenis

Oldeberkoop is de oude hoofdplaats van Stellingwerf, dat zich uitstrekte van de Zuiderzee tot aan de Smildervenen. Het stadje wordt in 1228 voor het eerst vermeld als Brokope (Latijn voor Berkoop). 
De zandplaat tussen twee riviertjes waartussen Oldeberkoop ligt moet voor de bouw van de kerk al een aantal eeuwen bewoond zijn geweest. Mogelijk heeft er eertijds een houten kapel of kerkje gestaan. Tijdens restauraties zijn hier geen sporen van gevonden. 
De kerk is waarschijnlijk gesticht door de bisschop van Utrecht en zou oorspronkelijk gewijd zijn aan Sint Bonifatius of Sint Vitus. Hierover verschillen de meningen. Sint Vitus wordt in een document uit 1553 genoemd.* Hij was een heilige en martelaar van de katholieke kerk. Bij de kerkfusie in 2004 wordt gekozen voor de naam Bonifatiuskerk. 
De keuze voor een stenen gebouw zal te maken hebben gehad  met het aantal inwoners of kerkbezoekers in die tijd. Het kan ook te maken gehad hebben met een verhoging van status. 

De kerk

Voor het oudste gedeelte van de kerk is tufsteen gebruikt. Dit gedeelte is gebouwd in romaanse stijl. Het schip moet rond het jaar 1125 voltooid zijn en is in de 14e eeuw verlengd in gotische bouwstijl. Dat is op de foto's goed zichtbaar. 
Waarschijnlijk heeft er oorspronkelijk een tufstenen kerk gestaan met een aansluitend halfrond koor en heeft dit plaats gemaakt voor de uitbreiding van het schip. 
Begin 16e eeuw werd het koor vernieuwd. In 1585, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, stortte de toren in. Die is rond 1608 met Friese geeltjes herbouwd. Dat zijn kleine Friese bakstenen die in die tijd in opkomst kwamen. 
De verschillende stijlen wisselen elkaar af. Zo is de voormalige ingang in het noorden nog gebouwd in romaanse stijl en heeft de zuidelijke ingang gotische kenmerken. Overigens zijn beide ingangen dicht gemaakt. De muurtjes rond het kerkhof zijn eveneens met deze Friese geeltjes opgetrokken. 
De eenvoudige bouwstijl en het gebruik van kloostermoppen (grote stenen van gebakken klei) wijst op de invloed van Cisterciënzer monniken. Dit was een van de eerste kloosterorden die begon met het bouwen met baksteen.  



Noordelijke muur van het schip                                       Zuidelijke muur van het schip 


Drie verschillende kleuren en soorten steen

Tijdens een algehele restauratie uitgevoerd in de jaren 1926-1932 is de bepleistering van de muren verwijderd. Hiermee zou een restauratie uit 1845 ongedaan zijn gemaakt. Er werd gedacht dat dit de oorspronkelijke situatie geweest moest zijn. De meningen van deskundigen verschillen hierover. 
Aan de ene kant maakt de kerk nu een donkere indruk, aan de andere kant is de variatie in bouwstijl zichtbaar. Er zijn tijdens de restauraties geen sporen van een ouder kerkgebouw gevonden. 


De vernieuwde banken zijn aan de kant versierd met een symbool


Het interieur

Het doopvont is oud (14de eeuw) en is zoals in deze streken vaker voorkomt gemaakt van zandsteen. De herenbank en de preekstoel hebben een respectabele ouderdom en dateren uit de 17de eeuw. 


 

Detail Herenbank                                  Doopvont zandsteen

Een ouder heiligdom en van wie dan?

Verrassend genoeg duikt dit voor mij onbekende stadje op in het boek 'Leylijnen in de Lage Landen'.
De kerk zou gebouwd zijn op een leycentrum waar tot 925 de godin Fostare aanbeden werd. Ze zou als vruchtbaarheidsgodin vereerd zijn in Friesland, dat in die tijd groter was dan onze huidige provincie. 
Na die tijd werd het centrum in gebruik genomen als bidplaats en bij vergroting van het aantal inwoners is er besloten tot de bouw van een kerk. Ik sluit de verering van deze godin niet uit, al is de waarneming op paranormale wijze gedaan. 
Er is één ding dat me aan het denken zet waar het de aanbidding van de Friese godin Fostare betreft. 
Voor-christelijke godinnen werden niet vereerd in een gebouw maar op een open plek. De verlenging van het schip heeft pas in de 14de eeuw plaatsgevonden. Het koor werd in het begin van de 16e eeuw vernieuwd. Kán het zijn dat de plaats waar Fostare vereerd werd nog een tijdlang een open plek is gebleven? 

Krachtplek

Buitenwaarts rondlopend is er een sterke energie waar te nemen aan de noord-oostkant van het koor. Dus niet op de middellijn van de kerk, maar er iets naast. Diezelfde energie neem ik waar als ik in de kerk zelf ben (rechts naast de nis onder het linkerraam van het koor van binnenuit gerekend).
Op de plaats van het altaar zelf lijkt de energie even te ontbreken. Voor mezelf benoem ik het als 0-energie. Vanaf die plek lijkt de energielijn die loopt vanaf de toren zich te splitsen in een lijn die rechtdoor loopt en een lijn die naar het noord-oosten afbuigt. Ik ervaar de afbuigende lijn sterker dan de recht doorgaande. 
Overigens komt het vaker voor dat de sterkste energie net naast het midden ervaren kan worden. Bv. bij de kerk in Oosterland (Noord-Holland, hier ligt een krachtpunt even ten zuid-oosten van het koor, zie kopje 'Zwerfstenen'). 

Een rondje rond deze kerk maakt al duidelijk dat er op een oudere plaats gebouwd moet zijn of op een speciaal ervoor uitgekozen plaats. Van oudere kerken zijn er geen sporen gevonden dus houd ik het voorlopig even op het laatste. 
Nu zijn oude kerken volgens een vast energiepatroon gebouwd. Een voorbeeld hiervan vind je op de site van wichelen.nl. Leg je dit patroon (of matrix) op de plattegrond van oude kerken (AnlooVries), dan zie je dat de plaatsen van altaar en hoogkoor exact overeenkomen.
Het probleem van deze kerk was dat er geen plattegrond van bestond. En zo die al bestaat is die onvindbaar voor mij. Het enige dat overbleef was om deze zo goed mogelijk te tekenen en de plaatsen waar ik energie waarnam te markeren. Daarna besloot ik de matrix erover heen te leggen. Ook hier paste het energiepatroon exact op de juiste plaatsen. Dat laatste had ik ook wel verwacht.

Ik ben me ervan bewust dat iedereen andere ervaringen heeft. Bij mij resoneert deze kerk sterk. Teruglopend vanaf de bakker in de hoofdstraat tintelt de linkerkant van mijn hoofd. Ook vanaf de andere kant komend is er energie van een afstand voelbaar. Mijn handen tintelen als ik over het pad rond de kerk loop. Dat de plek energie uitstraalt is zeker. 

Leylijnen

Vanaf de kerk loopt een leylijn van 52.2 kilometer via Spannum naar Wijnaldum (Vleer)




Adres

Bonifatiuskerk, Willinge Prinsstraat 2, 8421 PE Oldeberkoop

Noten

In 1553 wordt gesproken over 'de Parochiekerk van de H. Vitus te Antiqua Bercoop in Stellingwerff ' 


Bronnen

Brochure 'Oldeberkoop en haar kerk' (uitgave 2019)
Deijk, Ada vanRomaans Nederland, 1994p. 33, 269
Steensma, Dr. Regn, Langs de oude friese kerken, vierde druk, zonder jaartal, p. 136
Vleer, Wigholt, Leylijnen in de Lage Landen p.92

Eerdere blogs


Websites





Leylijnen in Laren (deel 2)

Dit blog is een vervolg op Leylijnen in Laren (deel 1)

Een beetje gedesoriënteerd sta ik bij de ingang van het Sint Janskerkhof. Hier moet ik zijn, maar niets wijst op een berg of zelfs maar op een heuvel. Ben ik weer met het verkeerde plaatje in mijn hoofd op weg gegaan? Als ik bij de rand kom zie ik dat de autoweg een stuk lager ligt. Met een beetje fantasie sta ik dus toch op een soort berg...

Verkenning

Het Sint Janskerkhof bestaat uit een Hervormd en een Katholiek gedeelte. We hebben de ingang genomen die we net niet moesten hebben...

Het kapelletje is te vinden in het katholieke stuk. Het is in 1892 gebouwd in neogotische stijl. Links ervoor staat een groot beeld van Johannes de Doper onder een afdak in de vorm van een Jacobsschelp. 
We staan op het oude gedeelte om het zo te zeggen. 
  

Neogotische kapel uit 1892                   


Johannes de Doper onder Jacobsschelp


De eerste kerk

Het dorpje Laren lag in het verleden met een stuk of acht huizen op het Larense Hoogt. Het eerste kerkje werd er in 1306 gebouwd. Het bevond zich dus oorspronkelijk in een klein dorpje boven op de Jansberg.
Dat dit de juiste plaats was wordt verteld in de legende van de drie vermoorde meisjes, de zogenaamde oorsprongslegende (zie onder).

Vanwege droogte is het dorpje uiteindelijk verplaatst naar een lager deel zo'n anderhalve kilometer verderop. Daar is omstreeks 1520 een nieuwe kerk gebouwd, die het kleine kerkje op de berg overbodig maakte. 

De nieuwe kerk werd bij de Reformatie in 1581 overgenomen door de protestanten. Dat maakte dat de mensen die katholiek waren het oude inmiddels vervallen kerkje weer in gebruik namen. 
Het is in 1586 op last van de Staten van Holland afgebroken. Enerzijds omdat er sprake was van een niet te herstellen bouwval, anderzijds omdat het een centrum geworden was van 'superstitie' (bijgeloof). Dat houdt op zijn beurt weer verband met de midzomerfeesten die hier vanaf de oudheid zijn gehouden.

De oorsprongslegende


De oorsprongslegende legende gaat over drie meisjes die op de top van de berg werden vermoord. Er volgt een gruwelijk verhaal van afgesneden borsten. De rovers proberen het vlees te laten koken door een vrouw uit het dorp. Zij blijkt de moeder van de meisjes te zijn. Als de stukken vlees uit het water springen krijgt ze in de gaten wat er gebeurd is. 
Als zoenoffer werd in het dorp een kapel voor de drie meisjes gebouwd. Tot drie keer toe blijken de fundamenten verplaatst naar de top van de heuvel buiten het dorp.  De boodschap was duidelijk. Dit was de plek waar de kapel moest verschijnen. Hier wordt de Sint Janskapel gebouwd.*
De legende stamt uit de 14de of 15 de eeuw en is opgetekend in de 16de eeuw. Het verhaal past in een serie verhalen die aangeduid worden als vrome legendes waarbij het tot drie keer terugkeren centraal staat. Vaak is het een (Maria)beeld dat terugkeert naar haar vindplaats. Hier is het de plaats van de kapel die door goddelijke hand wordt aangewezen. 

De legende van Johannes de Doper

Er is ook een legende waarin Johannes de Doper een rol speelt. Er wordt verondersteld dat deze legende 'met terugwerkende kracht' in het jaar 893 op 22 juni de naamgeving van de kapel verklaart. 

In het jaar 893 wordt op de heide is een pelgrim vermoord, die relikwieën van Johannes de Doper had meegebracht uit het Heilige Land. In zijn haast om voor het donker de stad Laren te bereiken, raakte hij de weg kwijt. Op de heuvel keek hij in het rond, maar hij werd door twee rovers ontdekt. 
De pelgrim werd door hen gedood, ze begroeven zijn lijk in het zand en namen de zilveren doos die hij bij zich had mee. Over de inhoud waren ze teleurgesteld en wierpen die beenderen weg. 
De beenderen, die een zacht licht verspreidden, werden door een herdershond van een schaapskudde gevonden. Ze bleven echter vastzitten totdat er een heilige mis op de berg was gelezen.  De pastoor liet een kapel oprichten op de vindplaats, waar nu het Sint Janskerkhof is. Het 'toeval' wil dat 22 juni de naamdag van deze heilige is. 
In een variatie op het verhaal van de pelgrim loopt Willibrord hier met het bewuste kistje de berg op.

Conclusie

De centrale ligging van de Jansberg en de ceremonie op 24 juni duiden op een gebruik dat al bestond voor de bouw van de kerk of de kapel. Gaat het hier om een gekerstende plaats waar onze voorouders het lichtfeest of de zomerzonnewende vierden? 
De verhalen en de magie lijken een grotere rol te spelen dan de energie die je mag verwachten op zo'n magische plaats. Dat geldt althans voor mij persoonlijk, maar hoeft niet te betekenen dat het er niet is...


Adres

Het Sint Janskerkhof ligt aan de Hilversumse weg van Laren naar Hilversum. Aan de linkerkant van de weg ligt het Geologisch Museum met vlak daarnaast de ingang van het kerkhof. 
Ben je met de fiets, dan moet je via het tunneltje onder de weg door oversteken vanaf La Place. 
Het leycentrum is te vinden aan de overkant van de weg in de buurt van La Place. 
Coördinaten: 5.12.28 OL, 52.14.51 NB
 
Noten

*
De gedachte dat het eerste kerkje gewijd zou zijn aan Sint Jan blijkt achterhaald. Net als de andere kerken in omringende plaatsen was dit gewijd aan Sint Vitus. 
Sint Vitus was de schutspatroon van het Naardingerland. Dat is een oude naam voor het Gooi. Dit gebied behoorde toe aan de abdij van Elten. 
De directe omgeving van het Sint Janskerkhof hoorde bij het Utrechtse kapittel van Sint Jan. Een kapittel is een kerkelijk college, behorende bij een kathedraal of kapittelkerk. Een soort bestuur. Dat kapittel had het recht om daar hout te kappen. Men is er daarom lang vanuit gegaan dat Sint Jan de schutspatroon was van dat eerste kerkje. Dat blijkt niet het geval. Er zijn documenten gevonden waaruit naar voren komt dat het eerste kerkje op de berg gewijd was aan Sint-Vitus.

**
Het Latijnse gedicht is met vertaling opgenomen in het boek van Vrankrijker als bijlage A

***
 Processies kunnen pas plaats gevonden hebben nadat de kerk in het dorp was gesticht (1521)


Bronnen

Addink-Samplonius, M, Hilversum / Laren de gemene heide van Gooiland, 1976
Gouw, Jan ter, De Volksvermaken, 1871 (herdruk Vereniging 'Vrienden van het Amsterdamboek' p.233
Geysen, Cois, De oude wijsheid, 2008, p. 145
Margry, P.J, 'Larense mythologie en de vroege Sint Janscultus', in: L.Janssen, K. Loeff (red.), Getuigenis op straat, de Larense Sint Janstraditie, Laren 2005
Maessen, Yvonne, Kruiden, signatuur en eigenschappen, 1993
Margry, P.J, 101 Bedevaartplaatsen in Nederland, 2008, p.267
Schuyf, Judith, Heidens Nederland , 1997, p.102
Schuyf, Judith, Heidense Heiligdommen, 2019, p. 148
Uyldert, Mellie, Het Zonnejaar, 1981, p. 277, 278, 331
Uyldert, Mellie, Aardes levend lichaam, 1984, p. 83
Vleer, Wigholt, Leylijnen in de Lage Landen, 1992 p. 365
Vrankrijker, Dr. A.C.J, de, Sint Jan, 1952

Websites